,n ook het middelste deel der zaal eenigszins ingerigt gewor-
lal den.
%et Een kluchtig amphitheatertje, wat de ordonnantie aan-
ng gaat, geleidt achter deze tribune tot twee zeer kleine groen
■s geschilderde deuren zoo dat een welgevoede burgemeester
■)y er te naauwernood door zoude kunnen. Boven de eene
[et stond te lezen:burgemeesters kamer', en boven de andere
)m 'regtbank' in het midden van eenig lofwerk, gelijk aan
de dat van een modern tuinhekje. Op hetgene de deurtjes ten
an kopstuk verstrekt, prijkt een doodshoofd en tusschen deze
twee deuren, op dat vreemd amphitheatertje, in zulk een
,n aloud gesticht opgeslagen, zijn twee bodenstoelen van een
en keukenmaaksel, alsof er kwakzalvers of goochelaars om
aj gehuild hadden.
en Ja, voor hun spel was zulk eene verhevenheid doelmatiger
dan hier.
3r. Werden die aloude graven en gravinnen, die daar in de
an rondte afgebeeld zijn, eens sprekende schilderijen, zij
ig. zoude ook hunne gevoelens wel aan den dag leggen, dat
rk- men thans als het ware behagen schept, nietigheden in
ruime zalen te plaatsen; deurtjes te maken, die niet een
maal gelijkvormig aan den hedendaagschen mensch zijn,
lip al is dit ons geslacht ook wat kleiner uitgevallen. De
is- verkleinde beeldtenissen dezer aloude graven kunnen er
eel te naauwernood doorgedragen worden. Ja, mannen van
<en dien tijd lieten hunne bouwmeesters alles op eene grootere
ng schaal vormen, en men moest hen, niettemin men de
verlichting dezer dagen in vele zaken roemt, regt doen
wedervaren. Zij waren vrij wat betere bouwmeesters en
id- gebruikten beter cement, dan wij bezigen... nu ja!... het
is bekend, hoe deugdzaam het thans is en hoe goedkoop
zij, die het bezigen, alles aannemen,
ir- Ik was gereed om te vertrekken, en paste reeds mijn fooitje
•ns in de geopende hand mijner geleidster, toen een bediende,
en die een ander reiziger vergezelde, mij vroeg of ik de
el- eerste drukken van Laurens Koster niet wilde bezigtigen?
de Ofschoon ik deze, ter gelegenheid van het Laurens Kos-
ir- ter-feest in Haarlem den ioden en nden Julij (1823)
tal gehouden, gezien had, sloeg ik het aanbod niet af, te
og meer, daar ik de eerste letters des vernuftigen uitvinders
ijn thans geheel alleen met meerder oplettendheid zoude kun-
Ue nen gadeslaan, dan toen in het gedrang van duizende
en beschouwers,
en
de
de
an
143