256 Echter voor veel arbeidersvrouwen was het enige alter-
vas natief voor borstvoeding een pap bestaande uit een
ale mengsel van water met meel, brood of beschuit. Deze
be- pap was totaal ongeschikt als babyvoeding en moet als
een blok op het maagje van de zuigeling hebben gelegen.
;en Ook het risico van maag- en darminfecties was groot:
lin- de zuigflessen waren vaak niet goed schoon en in de
;en lange slangen, die als spenen fungeerden, bleven papres-
ich ten gemakkelijk achter. Deze flessen en spenen werden
aal bovendien meestal niet uitgekookt. In totaal 65 van
oe- de zuigelingen, die gedurende de jaren 1909-1913 bij
;ul- Zuigelingenzorg werden ingeschreven, bleek hoofdzake
lijk met flesvoeding gevoed. Om de borstvoeding te
kte propageren stelde men de zogenaamde Raadgevingen
10e aan moeders op zoals: Zoog Uw kindwant gij zijt daartoe
>rt- in staat, wanneer gij het maar ernstig genoeg gedurende
net vele dagen beproeft. Meen niet, dat gij het niet kunt,
dat indien het U de vorige keeren niet lukte. De aanhouder
en- wint.
em Zoog Uw kind; het zal daarvan voordeel ondervinden
lis, gedurende zijn geheele leven; iedere week, iederen dag,
he- dat gij het zoogt, komt hem ten goede, maakt hem sterker
en beter gehard tegen ziekten. Zoog Uw kind, want het
gd. bevordert ook Uwe gezondheid.
1 in Deze Raadgevingen werden door de bureaus burgerlijke
ras stand in Haarlem, Schoten, Bloemendaal en Heemstede
ad, bij de geboorteaangifte van ieder kind uitgereikt. In
ïse hoeverre moeders zich deze adviezen aantrokken is he-
ïis- laas niet bekend, omdat Zuigelingenzorg na 1913 niets
net meer in het jaarverslag vermeld over de voeding van de
ing ingeschreven zuigelingen I2).
Vrouwen, die wel in staat waren om hun kinderen te
zogen, maar te arm waren om zichzelf goed te voeden,
re- konden vanaf 1910 een beroep doen op Zuigelingenzorg,
ste die hun dan iedere dag gratis één liter karnemelksepap
»r verstrekte. Vanaf 1917 werd naast karnemelksepap ook
ing wel één liter melk uitgereikt.
en In de periode 1910-1914 kregen gemiddeld 13 moeders
er- karnemelksepap, in de jaren 1925-1929 was dit aantal
jas bijna verdubbeld tot 25. Met name de uitreiking van
es- melk naast de pap lijkt een bijdrage geleverd te hebben
als aan deze stijging. Vergeleken met het aantal ingeschre-
e-, ven zuigelingen in de periode 1910-1914 kreeg maar een
klein deel van de moeders (7 de pap uitgereikt, in
nd 1925-1929 kreeg nog slechts 4 van de moeders melk
iet of pap. Hieruit blijkt dat maar een klein deel van de
jk. bezoekende arbeidersvrouwen, die voor 1930 de consul-
T57