B.M.j. speet Historische Werkgroep 'Haerlem' Het jaar 1989 kende voor de Elistorische Werkgroep 'Haerlem' drie hoogtepunten. Op woensdag 15 maart vierde de Werkgroep in de Hoofdwacht, de zetel van de Vereniging Haerlem, haar vijftienjarig bestaan. Talrijke genodigden, onder wie leden van het bestuur van de Vereniging Haerlem en de Stichting Historisch Museum Zuid-Kennemerland en enige Haarlemmers die vijftien jaar geleden aan de wieg van de Werkgroep hebben gestaan, waren die avond gekomen om dit heuglijk feit te vieren. Tijdens deze feestelijke bijeenkomst werd aan Bert Sliggers, die de Werkgroep tien jaar heeft geleid, een door de Werkgroep samengestelde bundel opstellen aangeboden over de geschiedenis van Haarlem en om streken, getiteld 'Haarlem in Veelvoud'. Op 16 en 17 juni werd in het Stadhuis een kleine, doch fraai ingerichte tentoonstelling gehouden over het hofje Van Loo, dat in 1989 zijn 500-jarig bestaan vierde. Onder de bezielende leiding van Walter Schelfhout, de geeste lijke vader van deze tentoonstelling, hebben diverse le den van de Werkgroep ijverig getimmerd, gebouwd en geplakt om het geheel een tentoonstellingswaardig uiter lijk te geven. Hoewel de tentoonstelling maar twee da gen duurde, hebben honderden Haarlemmers blijk ge geven van hun belangstelling en het stadhuis met een bezoek vereerd. In december, tussen de feestdagen door, werden in alle stilte 250 gedrukte exemplaren afgeleverd van het 'Re gister van Criminele Sententiën uitgesproken door het Gerecht van Haarlem (1432-1470)', in de wandeling 'Het Vonnissenboek' genoemd. In 1986 werd begonnen met het transcriberen van dit middeleeuwse document, dat een opsomming geeft van vonnissen die door de Haarlemse rechtbank tussen 1432 en 1470 zijn uitgespro ken. Nu, na drie jaar, heeft de Werkgroep deze taak volbracht en beschikt Haarlem over een fascinerend boek dat een zeldzame kijk geeft in het dagelijks leven van de Haarlemse burgerij in de middeleeuwen. Onder 212

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1989 | | pagina 214