In diezelfde tijd werd nog een nieuw bolgewas op de markt gebracht. Bijzonder verheugd was hij met de goedkeuring van de Internationale Nomenclatuurcom missie aan zijn voorstel dit soort 'Amarine tuberginii Zwanenburg' te laten heten ter nagedachtenis aan Cor nells van Tubergen, naar wie hij overigens was ver noemd. Tenslotte zij nog vermeld, dat het predikaat 'Koninklij ke' dat nu eenmaal op persoonlijke titel dient te worden aangevraagd, door zijn toedoen in 1969 aan Van Tuber gen werd verleend, nadat het bedrijf in 1968 zijn 100- jarig bestaan had gevierd. Het lag niet in zijn aard om op de voorgrond te treden. Zijn bescheidenheid was kenmerkend. Toch was hij van 1958-1978 voorzitter van de afdeling Haarlem van de Koninklijke Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkun de. Deze afdeling vierde in 1979 haar 100-jarig bestaan. Ter gelegenheid daarvan heeft hij de geschiedenis van deze afdeling op schrift gesteld. Bij het verschijnen van het boekje werd hij tot Lid van Verdienste van deze afdeling benoemd. Gedurende een periode van 16 jaar werd hij drie keer herkozen als voorzitter van de Bond van Detailbloem- bollenhandelaren. Zijn bestuurlijke kracht lag voornamelijk in het samen brengen van tegengestelde meningen en menigeen zal zich herinneren hoe hij op zijn eigen beminnelijke wijze toch altijd weer een consensus vond. Zijn vrouw raakte - nog in de kracht van haar leven - in 1975 gehandicapt. Gedurende tien jaar heeft hij veel gedaan om haar het leven draaglijker te maken. Nadat hij van een lichte beroerte was hersteld, verhuisden zij samen in 1985 naar het bejaardenoord 'De Molenburg' in Schalkwijk. Op 31 oktober 1989 is Kees Hoog rustig ingeslapen in de Janskliniek in Haarlem. Met hem is een geboren en getogen Haarlemmer heen gegaan. Hij hield van Haarlems binnenstad, haar mo numentale gebouwen en haar geschiedenis. Het klimaat in Haarlem lag hem bepaald. Hij wilde dan ook tot zijn dood toe in de gemeente blijven wonen en was er dankbaar voor om in Haarlem te mogen sterven. C.J. HOOG

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1989 | | pagina 226