Simon Koster
13 juni 1900-
29 december 1989
Een leven lang in dienst van de journalistiek en de kunst.
Ik geloof niet dat de volgorde in het geval van Simon
Koster van essentieel belang is. Feit blijft: hij kon geen
van beide missen. Simon Koster, toneelcriticus, film
maker, atueur, overleed op 29 december T989 in een
ziekenhuis in Dieren. Hij was toen 89 jaar, een leeftijd
die generaties overbrugt.
Langer dan een halve eeuw heeft Simon Koster de ont
wikkelingen van theater en film op de voet gevolgd.
Koster was van 1956 tot juni 1965 hoofdredacteur van
Haarlems Dagblad en kopbladen. Hij combineerde die
functie met die van toneelcriticus. Na zijn pensionering
bleef hij nog tot 1972 voor deze krant over toneel schrij
ven.
Simon Koster werkte al in 1934 als theatercorrespondent
in Berlijn voor de Nieuwe Rotterdamse Courant. Berlijn
gold in die jaren als het walhalla van de kunst. Kurt
Weill componeerde er zijn baanbrekende muziek bij
Brechts Dreigroschenoper, Erwin Piscator was er de
grote toneelverniewer en het Deutsches Theater van
Max Reinhardt en de Volksbühne trokken volle zalen.
Later schreef Koster ook voor de Groene Amsterdam
mer, de nrc en het anp. Behalve zijn krante-artikelen en
kritieken schreef Koster een stapel doorwrochte boeken
over film en toneel. Al in 1931 verscheen zijn Zakboek
over de Duitse filmkunst. Latere titels onder andere:
Van Schavot tot Schouwburg (1969), dat over de historie
van het Haarlemse toneelleven gaat, en De Legenden
van Sarah Bernhardt (1974) waarin hij een opmerkelijk
licht werpt op deze miraculeuze Franse actrice. Een
prachtig standaardwerk is ook De Bouwmeesters, uit
1973, waarin Koster de levendige geschiedenis beschrijft
van de zeldzaam begaafde acteursfamilie Rosenveldt-
Bouwmeester. In 1979 verscheen-Simon Koster was
toen al 79 jaar-zijn geschiedenis over het Gelderse to
neel: Komedie in Gelderland. Koster was Ridder in de
Orde van Oranje-Nassau en erelid van het PEN-centrum
Nederland. Hij behoorde ook tot de oprichters van het
Nederlands Genootschap van hoofdredacteuren, van
welk college hij de eerste vijfjaar ook voorzitter was.
Geen wonder dat de toneelminnaar Koster journalist
werd, want zijn gedreven nieuwsgierigheid ging gepaard
met een voortdurende drang er iets over op te schrijven.
Dat 'iets' nam al gauw de vorm aan van gedegen artike
len en boeken. Het toneel kende hij letterlijk van binnen
en van buiten. Hij werd door Eduard Verkade op het
spoor gezet. Zijn bewondering voor deze legendarische
225