Hij was de eeuwige corpsstudent, wiens grapjes in Velsen
niet werden begrepen. Met een nauwelijks verholen cy
nisme zei hij dan ook dat hij niet warm liep voor het
geestelijk klimaat in Velsen. Het is me te goedkoop.
Vaak kwam het tot ernstige conflicten met de raad, die
het dikwijls op verbale behendigheid moest afleggen.
Soms negeerde hij de raad zelfs.
Kwint werd geboren in het Zeeuwse Nieuw en Sint
Joostland als zoon van een predikant. Na het behalen
van zijn meestertitel in 1924 begon hij zijn loopbaan bij
de secretarie van de gemeente Maarn. Zes jaar later
werd hij tijdelijk burgemeester in Zuilen, in 1934 volgde
zijn vaste aanstelling.
Toen Kwint op 1 mei 1935 in Velsen werd benoemd
was hij aanmerkelijk jonger dan zijn voorgangers. Dat
weerhield hem er niet van om de raad direct met de
neus op de nieuwe feiten te drukken. Waar de politiek
het kennelijk met blindheid geslagen kabinet kritiseerde
vanwege een omstreden visserijbeleid, daar zei Kwint:
Kritiek op de regering acht ik zeer ongewenst. Daar kon
de raad het mee doen.
Een kwart eeuw Kwint werd gekenmerkt door politieke
relletjes, telkens veroorzaakt door het doen en laten van
de raadsvoorzitter. Bij de opening van een pluimveeten
toonstelling bijvoorbeeld wist Kwint met de opmerking:
En ziet, mijne heren, mijn wethouders zijn er als de
kippen bij de aanwezige bestuurders in woede te doen
ontsteken. Later weigerde hij een groep jongeren uit
Bergisch-Gladbach in het Duits toe te spreken. Hij deed
het in het Engels, overigens in weinig verheffende be
woordingen, om vervolgens tijdens de borrel na afloop
van de officiële ontvangst nauwelijks een woord met de
bezoekers te wisselen. Kwint weigerde zijn excuses aan
te bieden, waarna de - unanieme - raad het vervolgens
zelf maar deed. Het kwam vervolgens nog tot botsingen
over de dienstauto, die hij weigerde prijs te geven, als
ook over zijn herbenoeming. Zelfs druk vanuit het par
lement kon nieuwe ambtsperioden niet voorkomen.
Ook tijdens de oorlogsjaren was Kwint geruime tijd
burgemeester, maar dat berustte deels op toeval. Toen
de Duitse bezetter moest beslissen over Kwints benoe
ming, en de dienstdoende autoriteit vroeg naar de ligging
van Velsen, kreeg hij als antwoord: ergens tussen Am
sterdam en IJmuiden. Waarop de nog niet geheel inge
werkte bevelhebber zei: Ach, das ist ja ganz uninteres-
sant.
Kwint werd in het Velsense stadhuis scherp in de gaten