r- Haarlem met groete triumphe. Ook hij besefte het belang
van de schans bij de Halfwegse herberg. Op 9 mei gaf
:e hij de opdracht om het huys ter Hart nu wederom [te]
1- bescansen. Wouter Jacobszn. merkte hierover somber
1- op: in manier al souder wederom oerloch coemen.
i- In 1577 kon de uiteindelijke schade worden bepaald,
je Zoals valt te begrijpen had de omgeving van Halfweg
i- zeer te lijden gehad onder het Beleg. Zo was het dorp
t- Spaarnwoude reeds in januari 1573 grotendeels in vlam
ig men opgegaan. De polders stonden onder water en de
n dijk was beschadigd. Uit een visitatierapport van de
1- Spaarndammerdijk door Rijnland in mei 1577 krijgen
ia we een beeld van de zorgwekkende toestand. Algehele
;r reparatie van de dijk bleek noodzakelijk. De onder-
ix houdsplichtigen van de dijk uit onder andere Spaarn-
1, woude, Houtrijk en Polanen waren vaak niet meer aan-
:n wezig: verstorven, verarmt ende hoerre hoffsteden geheel
id verbrant, ende van hoerre beesten berooft, ende mits
i- de voorgaende oorlochberoerte gansselicken bedorven 5).
id De dijk was niet alleen door oorlogshandelingen be-
r- schadigd, door het wegtrekken der boeren was het totale
ie dijkonderhoud tot stilstand gekomen. In 1578 konden
jn maatregelen tot herstel worden getroffen. De Staten
0- van Holland gaven op 5 februari 1578 aan dijkgraaf en
'js hoogheemraden van Rijnland machtiging om contracten
rs met aannemers af te sluiten tot verwijdering van gezon
ken en vernielde schepen in de vaarwegen. Vooral bij
s- Halfweg en Spaarndam bleken nogal wat scheepswrak-
je ken te liggen 6).
r- De teruggekeerde inwoners van Spaarnwoude, Hofam-
in bacht. Houtrijk en Polanen bleken niet langer in staat
er zelfstandig de Spaarndammerdijk te onderhouden, zoals
er tot aan het Beleg gebruikelijk was. Zij droegen op 7 en
zn 8 maart hun verplichtingen en het eigendom van de dijk
m over aan het hoogheemraadschap Rijnland dat sedert-
rt dien tot op heden de dijk in onderhoud heeft,
in
In Van het eens zo roemrijke Huis ter Hart restte na het
ïn beleg weinig meer dan de naam. Ter hoogte van de plas
:h die thans de Grote Braak wordt genoemd, herdoopte
ct een andere herbergier zijn uitspanning in Huis ter Hart.
zn Gerijt Maarten Franszn., de voormalige eigenaar van
:r- de oude herberg, vertegenwoordigde in maart 1578 de
zn inwoners van Houtrijk en Polanen bij de overdracht van
n- de Spaarndammerdijk 7). Sedert 1577 had Gerijt een
nieuwe functie als opzichter van Rijnland en vond in
te het Gemeenlandshuis van Rijnland (op het grondgebied
4i