de rijkdom van Kniertje van Velsen opmaken. Zij bezat
niet alleen de herberg ter Hart met een wagenhuis, maar
ook een aantal stallen aan het Haarlemmermeer (aan de
westzijde van de huidige Haarlemmermeerstraat), enige
woonhuizen,.een bakkerij en gronden in Halfweg en vier
huizen in Haarlem, bovendien was zij de eigenaresse
van de buitenplaats Velserduyn aan de duinrand bij Vel
sen. Op 22 oktober 1734, Wijnand van Halewijn was
inmiddels overleden, transporteert Kniertje van Velsen
haar gehele bezit aan haar zoon Michiel van Dijk, die
op zijn beurt vastlegt zijne moeder haar leven lang gedu
rende te zullen onderhouden en versorgen van behoorlijke
spijs en drank, vuur en ligt en huysvesting... en haar
bovendien jaarlijks 300 gulden te betalen I2).
De relatie van de zoon met zijn echtgenote moet zeker
zo slecht zijn geweest, als het laatste huwelijk van zijn
moeder. Zijn huwelijk met Maria van der Mye, dochter
van de schout van Zandvoort, eindigde officieel op 13
augustus 1737.
De echtelieden waren in gemeenschap van goederen
gehuwd, waardoor bij de scheiding een voor ons onder
zoek waardevolle boedelscheiding moest worden opge
maakt. Hieruit blijkt dat het Huis ter Hart naast de
zolder en de kelders negen vertrekken telde, we krijgen
tevens een beeld van het interieur:
- Benedenverdieping:
1. Grote keuken of binnenhaard: vanzelfsprekend
was hier een schouw, aan de wanden hingen zeven
schilderijen, een hangklok, en een spiegel; er ston
den twee porseleinkasten, een kast met tin, een
kast met zilvergoed, en een kanariekooi, er bevond
zich hier zeer zeker een bedstede;
2. Zijkamer: hier hingen vijf schilderijen, ook stonden
er twee porseleinkasten;
3. Kookkeuken;
4. Benedenzaal, dit was de ruimte waar bier werd
getapt en wijn geschonken, hier stond ook de bed
stede van de eigenaars van het Huis ter Hart;
5. Rechtkamer: dit was de vergaderruimte van het
ambachtsbestuur; aan de muren hingen vijf schil
derijen en een spiegel met een vergulden lijst, voor
de ramen hingen blauwe gordijnen. Er stonden vijf
tafels en veertien stoelen. Op de kasten en de
schoorsteen stonden tal van snuisterijen. Voor de
ontspanning na gedane arbeid trof men hier ten
slotte een dambord aan.
45