In de kamer aan de voorzijde bevond zich de opgang
naar de bovenverdieping, deze trap is ook thans nog
aanwezig, maar voor het oog onzichtbaar in een kast
weggewerkt.
- Bovenverdieping:
1. Bovenzaal: deze bevatte voornamelijk stoelen;
2. Nieuwe kamerook hier stonden twee porselein
kasten en twee kasten met tin, een bedstede (met
een kastje aan het hoofdeinde om juwelen op te
bergen), een boekenkastje, een glazenkast en zes
leren stoelen;
3. Kinderkamer met vier slaapplaatsen;
4. Zijkamer.
Na de scheiding kon Michiel van Dijk zijn financiële
verplichtingen niet nakomen. In 1738 werd het Huis
ter Hart met alle toebehorende gebouwen en landen
verkocht aan Catherine Cambij, de weduwe van Frans
van Duyckeren. Zij liet bij de koop vastleggen dat er
nimmer in de nabijheid van het Huis ter Hart een nieuwe
herberg of tapperij mocht worden opgericht. Was zij
bang dat ander herbergiersbloed haar op den duur zou
schaden?
Niettemin bleek de aankoop van de weduwe te riskant,
ondanks het beperkende servituut ging zij binnen drie
jaar failliet. Michiel van Dijk die inmiddels in Paulus
van Beseier, de secretaris van Houtrijk en Polanen, een
geldschieter had gevonden, kon in 1741 in zijn herberg
terugkeren. De financiële constructie die Van Dijk met
Beseier had getroffen bood evenwel geen oplossing. In
1743 moet Michiel van Dijk definitief afstand doen van
zijn oude Huis ter Hart. Mathijs de Lange uit Amster
dam koopt de herberg uit de insolvente boedel.
Een nieuw Huis ter Hart De herberg had rijke vruchten geplukt van de aanleg
van de trekvaart tussen Haarlem en Amsterdam in 1632.
Niet voor niets stond de herberg naast het schippershuis-
je van de Amsterdamse trekschuitschippers.
De trekvaart was bij de sluizen van Halfweg onder
broken. Passagiers van de trekschuit moesten hier naar
de andere zijde lopen, waar een andere schuit gereed
lag waarmee de reis kon worden voortgezet. Langs de
straatweg was bij de sluizen een hoge schutting, de zoge
naamde galerij, aangebracht, die bescherming moest bie
den tegen opspattend water en rukwinden.
Aan beide uiteinden van de trekvaart stonden herber-
46