gen. Ten noord-westen van het huis Zwanenburg aan
de overzijde van de trekvaart in de bocht van de Spaarn-
dammerdijk, naast het huisje van de Haarlemse schip
pers op de trekschuit, stonden zelfs twee herbergen. De
oudste was herberg de Ven, daarnaast bouwde Maria
Olican herberg de Prins. Zij was afkomstig uit een voor
aanstaand Haarlems brouwersgeslacht en was te zamen
met haar zuster Alida na het overlijden van haar moeder
in 1667 eigenaresse van brouwerij 't Scheepje in Haarlem
geworden. Na het overlijden van haar man Nicolaas
Corneliszn. van Assendelft, voormalig opzichter van
Rijnland te Halfweg, wenste Maria Olican haar inkom
sten uit de brouwerij te vergroten, daarom besloot zij in
1673 het nieuwe logement te bouwen I3).
De concurrentie tussen de twee herbergen moet te groot
zijn geweest, in de achttiende eeuw werden ze samen
gevoegd tot een logement dat de naam de Prins behield.
De oude naam het Hart was reeds vergeven aan een
herberg aan de overzijde van de sluizen. Het lijkt erop
dat men een profijtelijk moment heeft afgewacht. Kort
na de financiële perikelen van de eigenaren van de her
berg aan de westzijde van de sluizen werd de Prins
herdoopt in - het is voorspelbaar - het Huis ter Hart.
Het register van recognitiegelden van het hoogheem
raadschap Rijnland vermeldt ter verduidelijking tot in
de negentiende eeuw het huis dat op de nevengemelde
gronde staande is het zoogenaamde nieuwe Huis ter Hart.
Deze herberg is na de komst van de spoorweg en de
demping van de trekvaart verdwenen.
De veel geciteerde stad- en dorpbeschrijver L. van Ol-
lefen maakt het nog gecompliceerder door in 1796 in
een beschrijving over Halfweg te stellen: Het gemee-
nelandshuis, zijnde het zogenaamde Zwanenburg, of wel
eer het Huis ter Hart genaamd. Er zijn evenwel geen
bronnen, die deze naamgeving onderschrijven. Niet al
leen voor hedendaagse onderzoekers moet de Halfwegse
situatie verwarrend zijn geweest.
Van rechthuis tot Na de aankoop van het oude Huis ter Hart in augustus
woonhuis 1771 door Hendrik Luyken uit Sloten beleefde de her
berg annex rechthuis een bloeitijd. Hij belegde veel
gelden in landerijen en andere onroerende goederen.
Ten gerieve van de bezoekers wordt naast de herberg,
waar tot de negentiende eeuw weinig bebouwing was,
een kolfbaan aangelegd. Aan het begin van de eeuw had
er reeds een kolfbaan aan de overzijde van de herberg
gelegen aan de zuidzijde van de trekvaart, maar deze
47