deel wordt beweerd, heeft de komst van de spoorweg weinig invloed gehad op de welstand van de herbergiers in Halfweg. In 1863 blijken slechts 6 van de 83 aangesla- genen in Halfweg meer belasting te betalen dan Didde Hoogland, te weten: zijn concurrent in het nieuwe Huis ter Hart, de plaatselijke geneesheer, de burgemeester, de directeur van de in dat jaar opgerichte suikerfabriek, en tenslotte de boeren Nelis en Vink. Opmerkelijk is bovendien dat in deze eeuw gedurende lange tijd (1842- 1855) de beide herbergiers met de opzichter van Rijn land, te zamen het college van burgemeester en wethou ders vormden. Tot de samenvoeging van Halfweg met de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude in 1863 zou een ge deelte van het Huis ter Hart in gebruik blijven als recht- kamer, ofschoon na de komst van de gemeentebesturen beter gesproken kan worden van raadkamer. De rechter lijke taak was sedert de scheiding der machten in de Franse tijd aan de stads- en dorpsbesturen ontnomen. Na de dood van Hoogland in 1883 wordt zijn schoonzoon Willem Coppée de nieuwe eigenaar van het Huis ter Hart en een gedeelte van de stallen in de Haarlemmer- nelissen' met de vele muziekau- meerstraat. Ook zijn zwager Carel Eduard Hoogland tomaten. heeft in deze straat een stalhouderij. Coppée verbouwt Interieur van de zaal van Cor- 50

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1989 | | pagina 52