te van 15 jaar om met uitsluiting van anderen fijn porselein te in deze provincie 7) te mogen fabriceren en te verhan te delen. Het rekest werd op n oktober 1777 voor nader ge advies aan Gecommiteerde Raden gestuurd. en Op het moment dat Lyncker inzage van De Mols ver zoekschrift kreeg, vreesde hij dat als het octrooi op de en gevraagde voorwaarden zou worden verleend dit zijn ondergang zou betekenen. Op 16 januari 1778 haastte n. Lyncker zich aan Gecommiteerde Raden een uitvoerige g- memorie te sturen waarin hij de aard van zijn bedrijf uiteenzette. Hierin verklaarde hij voornemens te zijn om er binnen vier a vijf maanden grote stukken porselein van or de grond op op een plaats even buiten Den Haag te fabriceren in voor dat doel te bouwen ovens, die hij ns dacht te kunnen financieren uit de verkoop van zijn n- goederen in Saksen. Vervolgens verschaft Lyncker ons n- gegevens over het aantal werknemers binnen zijn bedrijf er dat totaal 19 personen bedroeg. Dit aantal kan tot 30 at personen oplopen bij reysbaar weer en gunstig saysoen. Zijn jaarlijkse kosten begrootte hij op 12.000,— en in ie totaal was tot dan toe 30.000 in het bedrijf geïnves ie teerd. Tenslotte verklaarde Lyncker: Dat zo wanneer le het verzogte Octrooy (van De Mol) onverhoopt mogte worden verleend (gelijk reets gezegd is) des ondergetee- kens totale ruine voor hem, zijne huisvrouw en drie kin is deren beschoren is... (hij) bid dat U Ed.Mog. hem door ig het verleenen van een gratie door een ander (De Mol) c- verzogt niet zult benadelen. r, Enkele dagen later op 20 januari 1778 richtte Lyncker een rekest aan de Staten van Holland en Westfriesland ;r met het verzoek hem meede octrooi te verlenen tot het h fabriceren en verhandelen van porselein zowel binnen als buiten de provincie en hem tevens toe te staan zijn t- voorhanden zijnde wit porselein te beschilderen en te r- verkopen. ;e Enkele dagen later, op 23 januari stuurt Lyncker in n allerijl nog een korte memorie aan Gecommiteerde Ra Es den waarin De Mol (die geacht werd uitsluitend totaal g fabricage toe te passen) beschuldigd werd ongede :t coreerd en reeds gedecoreerd porselein uit Duitsland te If betrekken 8). Deze laatste onterechte aantijging tekent e in feite de panieksituatie waarin Lyncker verkeerde, 1- bevreesd als hij was dat zijn Loosdrechtse rivaal het n exclusieve octrooi zo worden toegekend. n In de eerste week van de maand maart 1778 brachten n enkele afgevaardigden van de Gecommiteerde Raden :l een bezoek aan de Bagijnestraat naar aanleiding van 57 /O "S, l u ie i- Tl

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1989 | | pagina 59