kamer) zijn huis, erf, boomgaard en land aan De Clercq
en Van Beeck. Westelijk langs dit terrein liep het voet-
padt daer die copers haar notweg sullen hebben tot over
het Lant van Gilliaem Bossu naer het Hek op de hee-
rewegh (Bloemendaalseweg). In het noorden en oosten
wordt de scheiding gevormd door die watering daer de
copers haer water tot gerijff van haer huys sullen mogen
hebben, soo als 't van ouds gebruyckt is. Gestaag breid
den de zwagers in de omgeving hun bezit uit. Op 5 april
r638 kopen zij van de hiervoor al genoemde Joost van
der Graft, brouwer Int Roodhart tot Haerlem aan het
Donkere Spaarne, eigenaar van het Bloemendaalse
Saxenburg 4), die de tering niet naar de nering had weten
te zetten en korte tijd daarna failliet ging, de blekerij en
latere herberg De Knip (knip is een geheim bordeel,
thans: stille kroeg), leggende ten ende van de Cleverlaen
inde banne van Aelbertsberghe. De lotgevallen van de
nu nóg schilderachtig gelegen Knip, waarvan de brood-
Lucas de Clercq (1603-1652)
(Doek; Frans Hals; afm.
1,265X0,93 m; Rijksmuseum
Amsterdam)
70