Bake, die, met stilzwijgende instemming van de re gering, onder het motto nu of nimmer, in 1834 de IJzeren Spoorweg Maatschappij had opgericht om een spoor wegverbinding tussen Amsterdam en Keulen aan te leg gen, niet van de grond kwam en niet het enthousiasme teweegbracht dat hij zich er van had voorgesteld. Hij slaagde er niet in het benodigde kapitaal aan te trekken, te meer niet omdat vanuit Rotterdamse scheepvaart kringen, die hun naaste rivaal Amsterdam een dergelijke verbinding niet gunden, sterke tegenstand werd ge- ir- boden. )lg De voorstanders van de spoorwegen lieten het er echter ijn niet bij zitten. In 1835 stuurden de heren L.J.J. Serrurier 30 en R. Le Chevalier, beiden bestuurders van bekende ig Amsterdamse handelshuizen, en W.C. Brade, kapitein en der genie te Amsterdam, aan koning Willem 1, van wie te bekend was dat hij de spoorwegen een warm hart toe- ke droeg, een brief, waarin zij de vorst verzochten hun lit toestemming te verlenen bij wijze van proef een spoorlijn an aan te leggen tussen Amsterdam en Haarlem. Mocht in deze proef slagen, dan kon deze lijn doorgetrokken n- worden naar Rotterdam. De voordelen waren on- irs gekend. De aan te leggen spoorlijn zou als vingeroefe- m ning kunnen dienen om tot de voor den Duitschen handel at van Nederland zoo noodzakelijke onderneming van den ;n Keulschen spoorweg te geraken. Bovendien zou de lijn n. zijn nut bewijzen door een snellere verplaatsing der 211 reizigers, door een geregeld vervoer het gehele jaar ar door, ook in de winter, en door een verhoging der ir- welstand, overal waar de ijzeren sporen zouden worden n, neergelegd. Hoewel de regering het ondernemende trio id ervan verdacht een al te rooskleurig beeld te hebben ■e- geschetst en zich afvroeg of het vervoersaanbod tussen Haarlem en Amsterdam wel voldoende groot was om et een rendabele exploitatie te garanderen, kreeg het drie- 25 tal bij Koninklijk Besluit van 1 juni 1836 de gevraagde ar concessie. s- Bij deze concessie hoorde een bestek en voorwaarden, k- waarvan ingenieur Brade de geestelijke vader genoemd ;n mag worden. In dit bestek waren onder andere de vol ui gende bepalingen opgenomen. De ijzeren spoorweg zou r- beginnen te Amsterdam, tegenover de uitspanning De ;n Eenhondert Roe, en zou in een rechte lijn langs de m trekvaart tot Haarlem lopen, met uitzondering van twee flauwe bochten te Sloterdijk en Halfweg. Te Haarlem et zou aan de Oude Weg, vlak bij de Spaarnwouder of k. Amsterdamse Poort een klein houten station gebouwd 87

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1989 | | pagina 89