Hij 1837 het roer om te gooien. Op 6 december liet hij de zal hijsm weten dat hij een aannemer op het matje had an- geroepen en tegen hem proces-verbaal had opgemaakt vanwege het feit dat een mijner wegen zonder mijne ;en voorkennis was geoccupeerd en den waterloop des pol ders zich gestremd bevind door de verrigtingen des spoor- om wegs. Andere boze brieven volgden. Deze tegen de hij hijsm gerichte actie werd hem niet in dank afgenomen tus door de gouverneur van Noord-Holland. Op 23 decem hij ber kreeg Schmidt van hem een brief, waarin hij Schmidt de er op wees dat hij zijns inziens te ver ging in het behar tigen van de belangen der ingelanden. Mag ik uea', hij zo besloot de gouverneur zijn schrijven, nogmaals mijn ate verlangen te kennen geven, dat door uea in deszelfs open na- bare kwaliteit, even zoo als zulks tot mijn groot genoegen •ele door de overige daarbij betrokken burgemeesters plaats ing heeft, aan de onderneming waarvan hier kwestie is, de ïen meest mogelijke faciliteit en medewerking worde aangebo ene den en als vermeden worde, hetgeen tegen de bedoeling der hooge regeering het werk zelf zou kunnen entraceren .m- of de belanghebbenden grondeigenaars tegen hetzelve in ïad nemen, gelijk het dan ook in allen geval aan deze moet ja, worden overgelaten om hunne regten, zoo die gekrenkt mogten worden te handhaven daar en waar het behoort. ■es- Deze gouvernementele reprimande kon Schmidt niet mij over zijn kant laten gaan. Op 14 januari 1838 schreef hij elte een verongelijkte brief terug, waarin hij de gouverneur en, toevertrouwde dat hij waarlijk geene onnodige moeilijk nte heden wenste te onderhouden. Integendeel, het was juist md aan hem te danken dat de hijsm reeds is prijkende met Ive de door hun begeerde gronden van de heeren Van Wijker- en, slooth, Ruygrok, Vriesekoop, Weyers, Van Vollenhoven, bij Van Loon, Calkoen, Kluytenaar, en veele meerdere per eid sonen. Hij alleen had zijn nek uitgestoken, terwijl al zijn de collega's heeren burgemeesteren, hoezeer met denzelve ijver voor de belangens hunner gemeenten bezield, tot ten hier toe in geene directe bemoeienis met de spoorweg gekomen zijn, en dat alzo ik de man ben, dewelke ook ing voor hunne dezerzijdse gelegen belangen moet waakzaam uy- zijn en dat ik alzo door te moeten handelen eigenaardig de meer in opmerking ben gekomen. ;n- Ook het optreden van de hijsm was niet goed te praten. nt- Buiten hem om was men gaan onderhandelen, had men m de wegen en sloten aangetast en hout gekapt, zonder zich daarbij iets aan te trekken van het gemeente- en de het polderbestuur. Kortom, het optreden van de spoor nd wegmaatschappij was gezagsondermijnend en hij had 97 ISM jeg int- ren ird

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1989 | | pagina 99