njs. niet met hun gezin de stad uit te werken door ze in de
jen. bedelaarskolonie te Ommerschans geplaatst te krijgen.
Jwe In 1840 verlieten acht Haarlemmers met hun gezin de
l (je stad met een enkele reis Ommerschans, hetzij omdat zij
)ag. daartoe gedwongen waren, hetzij uit eigener beweging,
ats. omdat zij in Haarlem geen mogelijkheden meer zagen
belt en hoopten in het verre noorden een nieuw bestaan op
oon te kunnen bouwen.
aan In 1840 werden door de politie 187 processen-verbaal
i te opgemaakt. Het ging hierbij vooral om verstoringen van
3er de openbare orde en vermogensdelicten. Zo moest de
politie in april 1840 in actie komen naar aanleiding van
ade een ruzie tussen twee bakkersknechten, Wilhelm Kloth
den en Jan Knuppel, die op de Koudenhorn met hun bak
klei kerskarren in botsing waren gekomen. De ruzie die
,eer daaruit ontstond, leidde tot een vecht- en scheldpartij,
ïlke waarbij Kloth de scheldwoorden bliksemsche mof naar
;nst zijn hoofd geslingerd kreeg.
en Het grote aantal diefstallen - het gaat voornamelijk om
ort. kruimeldiefstallen, zeker geen spectaculaire kraken - is
stad niet verwonderlijk gezien het feit dat bijna een kwart
cht- van de Haarlemse bevolking op de rand van het bestaan
en leefde en bij gevolg voortdurend wanhopig op zoek was
De naar iets wat men kon gebruiken of verkopen. Omdat
half in Haarlem en omstreken de weelde geconcentreerd was
met binnen een kleine groep vormde deze vaak het doelwit,
oor Zo kreeg Peltenburg op 16 mei een brief van de burge
ssen meester van Bloemendaal met het bericht dat uit de
jde. stal van de Hoogwelgeboren heer Jonkheer Teding van
be- Berkhout een blauwe lakense broek, een vest met rode
Iko- bloemmotieven en zes gecouleerde zakdoeken ont-
ete- vreemd waren, vermoedelijk door een stel jongens ge
len, zien de grootte van de afdrukken van de voetstappen
3ok die de politie had aangetroffen bij de heining. Peltenburg
niet werd verzocht nauwlettend in de gaten te houden of
vaai genoemde goederen in Haarlem te koop werden aange-
jrd. boden.
1 de De straf op diefstal varieerde meestal van enkele weken
veel tot een paar maanden gevangenisstraf in het Huis van
Burgelijk en Militair Arrest in de Tuchthuisstraat. Tegen
,0or degenen die al eerder voor diefstal waren veroordeeld
>ren werd onverbiddelijk opgetreden. Salomon Oxsenier bij-
1 en voorbeeld werd op 18 april 1840 wegens diefstal met
:reft braak bij recidive veroordeeld tot geseling met de strop
die om de hals aan de galg vast gebonden op het schavot
het voor het stadhuis op de Grote Markt, tot het brandmer-
d of ken met de letters TP op een van zijn schouders en tot
101