Niettemin voelde de burgerij zich verplicht iets voor de armen onder hun midden te doen, al was het alleen maar omdat het gebod der naastenliefde zulks vereiste en omdat de katholieken ervanuit gingen dat alles wat zij de armen zouden geven, hen later in de hemel duizend voudig zou worden terugbetaald. De belangrijkste reden om in de beurs te tasten was evenwel angst. De burgerij was bang dat als men het grauw aan zijn lot zou overlaten het op zekere dag zich uit zijn holen zou verheffen om zich op gewelddadige wijze te vergrijpen aan de eigendommen van de gegoeden. Vandaar dat zowel de burgerlijke overheid als talrijke kerkelijke en particulie re instellingen de armenzorg als noodzakelijk zagen. De overheid stelde zich echter in deze terughoudend op. Men huldigde het standpunt dat de armenzorg in eerste instantie een zaak moest zijn van de onderscheidene kerkgenootschappen. Wel waren zij bereid deze instel lingen financieel te steunen door hen jaarlijks een sub sidie toe te kennen. Vooral de diakenen van de Her vormde Gemeente kregen jaarlijks een fors bedrag, om dat de stad met de kerkeraad van de Hervormde Kerk was overeengekomen dat deze gemeente zorg zou dra gen voor de armen die bij geen enkel kerkgenootschap waren ingeschreven. Omdat armenzorg dus een gunst was, werd van de arme verwacht dat hij een onderdanige houding aannam te genover zijn weldoeners en dankbaarheid toonde. Groot was dan ook de verontwaardiging onder het College van Regenten en Regentessen van het rooms-katholieke Sint Jacobs-Godshuis in de Hagestraat, toen zij vernamen hoe op 7 september 1840 iemand uit hun midden, de regentes A.C. van Rooyen, in het openbaar onheus bejegend was door een arme die door hen bedeeld werd. Deze persoon, H. Bolte geheten, die in de Hondesteeg woonde, was op die bewuste dag om drie uur in de middag voor haar huis gaan staan en had daar zo geschol den en haar op zulk een verregaande wijze gebrutaliseerd, dat zich weldra voor haar deur een volksoploop had gevormd. De regentes zond hierop iemand naar de com missaris van politie, maar noch hij, noch zijn plaatsver vanger waren op hun post. Het duurde dus een geruime tijd al eer de sterke arm was gearriveerd en Bolte afge voerd kon worden naar het bureau om hem daar over zijn brutaal gedrag te onderhouden. Uiteraard werd de naam Bolte onmiddellijk van de bedelingslijst geschrapt. De meest gebruikelijke methoden van armenzorg waren in 1840 het geven van gratis onderwijs, kosteloze genees- 107

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1990 | | pagina 109