gestichten exploiteerden, waren er in 1840 ook enkele particuliere instellingen actief op het gebied van de ar menzorg. De drie belangrijkste waren de katholieke Bloemertstichting, de Commissie tot Onderstand van behoeftige Kraamvrouwen en de Commissie ter Spijsuit- deeling aan Behoeftigen. De Bloemertstichting, die kan toor hield in de Groene Poort in de Lange Veerstraat gaf aan 55 katholieke gezinnen wekelijks brood. De Commissie tot Onderstand hielp in 1840 241 arme kraamvrouwen aan extra eten en een wollen deken. De Commissie ter Spijsuitdeeling, die gevestigd was in het Klein Heilig Land, deelde in de wintermaanden twee maal per week gekookte en ongekookte spijzen uit aan behoeftigen tegen overhandiging van een bonnetje. Deze bonnetjes waren aan tot milddadigheid gestemde Haarlemmers verkocht, die ze vervolgens hadden uit gedeeld. Op het menu stond meestal soep van gort en beenderengelei. Begin maart 1840 moest de Commissie noodgedwongen het uitdelen van soep staken, omdat de soepketel begon te lekken. De mannelijke en vrouwelij ke bedienden kregen ontslag met behoud van één week salaris. De mannen kregen 2,50, de vrouwen 1,50. Tot op dat moment had de Commissie in het soeplokaal aan het Klein Heilig Land 178.976 porties soep uit gedeeld aan 6.927 personen. Dank zij een extra subsidie van 800 gulden van de gemeente, kon de Commissie in september 1840 een nieuwe ketel kopen, zodat althans de Commissie met vertrouwen de winter van 40/41 te gemoet kon zien. Onderwijs 18.861,71 Op 29 mei 1840 stuurden de leden van de Plaatselijke Schoolcommissie, aan wie het gemeentebestuur het toe zicht over het lager onderwijs had toevertrouwd, een brief aan de textielfabrikanten, waarin zij hen dringend verzochten om uit hoofde van het belang voor de zedelijke vorming en beschaving van de opkomende jeugd, geene kinderen op hunne fabrieken aan te nemen, dan de zulke die bewijs kunnen produceeren dat zij na voltooid onder wijs behoorlijk van de scholen ontslagen zijn geworden. De Commissie had het nodig gevonden deze brief te schrijven, omdat men had geconstateerd dat in verge lijking met de voorafgaande jaren het aantal kinderen dat de stadsarmenscholen bezocht, waar gratis onderwijs werd gegeven, dalende was, en wel omdat veel ouders hun kinderen voortijdig van school haalden en naar de fabriek stuurden om zo het gezinsinkomen aan te vullen. De Schoolcommissie vond het vroegtijdig schoolverlaten 110

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1990 | | pagina 112