300 in deze gestichten ten hemel schreiend waren. Om die
ge- reden probeerde men dan ook van alles een opname te
talf voorkomen of zo lang mogelijk uit te stellen,
irs, De ongeveer 240 arme zieken, die eind 1840 in het
Elisabeths Gasthuis werden verpleegd, lagen naast el-
rm- kaar in kribben, op grote, stenen, slecht verwarmde
>rg. zalen, zonder enige privacy. Zij waren overgeleverd aan
iek de willekeur van een handjevol zaalknechten en zaalmei-
zelf den. Veelal waren dit lieden die gerecruteerd waren uit
Jen de onderste lagen van de samenleving. Zij probeerden
)ok hun karig loon aan te vullen door het voedsel dat de
ten zieken kregen achter te houden of door hen te dwingen
een tegen betaling bepaalde diensten af te nemenHet woord
die hygiëne was nog een onbekend begrip. Zo was er in het
r te gasthuis in 1840 nergens een badkamer. De situatie in
I of het Buitengasthuis, waar eind 1840 44 personen huisden,
ur- was nog erger. Het sinistere, uit de middeleeuwen da
gen terende gebouw, was niet veel meer dan een vergaarbak
de waarin al het menselijk afval, waar de stad geen raad mee
atis wist, bij elkaar was geveegd. Krankzinnigen, idioten,
epileptici, syfilitische hoeren en kinderen met besmette-
de lijke huidziekten, leidden hier een treurig bestaan. De
ke. verzorging was beneden alle peil. Toen de heer Uytten-
ten bosch, wiens vrouw in het voorjaar van 1840 in het
400 Buitengasthuis was opgenomen, omdat zij krankzinnig
Zij was geworden, bemerkte dat het personeel zijn vrouw
zie- sinds haar opname geheel aan haar lot had overgelaten
en, en niets anders gedaan had, dan haar hoofd kaal te
Zij knippen, protesteerde hij heftig. Hij schreef een woeden
eet de brief aan het college van regenten van het Buitengast-
aan huis, waarin hij het college verweet dat als gevolg van
eel- deze slechte behandeling zijn ongelukkige vrouw zo'n
art, haat tegenover haar omgeving had gekregen, dat hij
eld vreesde dat van genezing geen sprake meer kon zijn. Hij
ien vroeg de regenten dan ook erop toe te zien dat zij meer
ten zouden doen dan alleen zijne vrouw eene bewaarplaats
ide te verschaffen.
un- Ondanks het vreselijke regime in de gasthuizen, ondanks
ed- het gegeven dat in 1840 bijna één op de vier zuigelingen
stierf, en ondanks het feit dat het met de algehele ge-
me zondheidstoestand van een groot deel van de Haarlemse
>int burgerij vanwege het eenzijdige dieet van aardappelen,
md brood en vet, de povere kwaliteit van het drinkwater en
de de ongezonde huisvesting, slecht gesteld was, meende
:ht- de Plaatselijke Commissie van Geneeskundig Toevoor-
ad. zicht, in haar jaarverslag over 1840 te mogen zeggen dat
len in Haarlem alles in orde was en dat Burgemeester en
"5