;en uitgroeisels, juiste grootte van de longen, milt en lever,
dn- kleur, stank, etc.
'aar
ude Tot besluit Eén ding is zeker. Het beeld dat wij van Haarlem gekre-
de gen hebben bij het bestuderen van enkele posten in
lag de jaarrekening van ontvangsten en uitgaven van de
nen Gemeente Haarlem over 1840, wekt anno 1990 gemeng-
het de gevoelens opTevergeefs zoeken wij naar een burger-
nde lijke overheid die het tot zijn taak rekent de belangen
len, van elke individuele burger op alle mogelijke terreinen
nis- te behartigen. Burgemeester, wethouders en raadsleden
met van Haarlem in 1840 beschouwden het als hun roeping
zeel de bestaande orde, zoals die door God in zijn ondoor-
een grondelijke wijsheid was opgelegd, te beschermen en te
ren, handhaven. Aangezien deze orde in hun ogen vooral
ten, bedreigd werd door het al maar groeiende leger der
een armen, moesten zij alles in het werk stellen om het volk,
wee dat samengeklonterd was in vale achterbuurten, zoals
irst- de Burgwal, de Kamp, de Vijfhoek en Bakenesse, in het
gareel te houden. In de praktijk betekende dit dat zij
het ervoor moesten zorgen dat de armen niet de hongerdood
stad stierven en aan hun armoede bezweken, zodat zij geen
and aanleiding zouden hebben op te staan en zich te vergrij
pen aan het bezit van anderen. De archieven van het
irde gemeentebestuur zijn heden ten dage stille getuigen van
dat deze 'politionele' politiek. Het merendeel bijvoorbeeld
jige van de ingekomen en uitgegane stukken betreft de hand
dat having van de openbare orde en de armenzorg in al zijn
het facetten. Overigens mogen wij de vroede vaderen van
van Haarlem deze houding niet euvel duiden. Zij waren
en kinderen van hun tijd en de tijd eiste van hen het hand-
pril haven van een standenmaatschappij. Aan de bestrijding
reid van de werkelijke oorzaken van de armoede en aan een
oor actieve economische politiek, die ook de onderste lagen
ieer van de samenleving ten voordele zou strekken, was men
van in die tijd nog niet toe.
;ur- Omdat de armen bijna alle aandacht opeisten, blijven
ino- de 'achtenswaardige' burgers van Haarlem, zo treffend
we- geportretteerd door Nicolaas Beets in zijn Camera
am- Obscura, dat in december 1839 verscheen bij de Haar-
atie lemse drukker De Erven F. Bohn, buiten beeld. Zij
)ok kregen en namen alle vrijheid een leven te leiden waarop
,ver zij gezien hun stand meenden recht te hebben. Waar de
aest interesses van deze 'meergegoede' burgers in hun statige
tige huizen in de Grote Houtstraat, op de Grote Markt en
ste- aan de Nieuwe Gracht naar toe gingen lezen wij in
tige de deftige en dure Opregte Haarlemsche Courant. Het
117