de nodige aandacht aan Boeyinga's ontwikkeling als
architect worden besteed.
Behalve kerkbouw worden in dit artikel ook de gevolgen
van de kwestie-Geelkerken voor de Haarlems Gerefor
meerde Kerk behandeld, daar dit plaats vond in de
tijd, dat met de bouw van de Kloppersingelkerk werd
begonnen.
Het afstoten van de Eerst moet worden verklaard waarom de Gereformeer-
oudste kerken de Kerk van Haarlem juist tussen 1920 en 1935 tot zo'n
grote bouwactiviteit kwam. Dit hield allereerst verband
met de plaatselijke ineensmelting van 29 december 1916
van de A-, B- en C-gemeenten van de Gereformeerde
Kerk van Haarlem tot één ongedeelde kerk 2). Daar
naast breidde de stad zich op dat moment zowel in
noordelijke als oostelijke richting uit, zodat voor de
daar woonachtige kerkleden ook voorzieningen moesten
worden getroffen 3).
Nauwelijks was voornoemde ineensmelting in 1916 een
feit of de kerkeraad besprak de mogelijkheid om van
het Hendrik Cornelis Krusemanfonds bouwgrond aan
de Raamsingel te kopen. Allereerst omdat de bezetting
van de kerkgebouwen door de ineensmelting ingrijpend
veranderde. Gingen de gemeenteleden van de voormali
ge A-, B- en C-gemeenten vroeger elk naar hun eigen
kerkgebouw, voortaan ging men naar het dichtstbijzijnde
kerkgebouw. Bovendien werd een kerk in het zuidelijk
stadsdeel node gemist. Naast de gebruikelijke financiële
bezwaren die tegen dit bouwplan rezen, betwijfelden
sommigen of de bouwgrond wel gunstig was gelegen.
Overigens rekende men erop dat de voorgenomen in-
stituering van een zelfstandige Gereformeerde Kerk te
Heemstede, met als gevolg een inkrimping van het ker
kelijk territoir, een positieve invloed op het ruimtepro
bleem zou hebben. Iets wat ook al enkele maanden voor
de ineensmelting op 3 november 1916 was gebeurd, toen
de voormalige C-gemeente in Bloemendaal een nieuwe
kerk had geïnstitueerd4). Desalniettemin kreeg de
speciaal daarvoor ingestelde 'Commissie van advies inza
ke kerkbouw en voorziening in den dienst des Woords'
opdracht om beide onderwerpen te bestuderen. Op 24
juni 1918 gaf deze de voorkeur aan het oplossen van het
vraagstuk van de kerkbouw. Allereerst omdat in andere
steden van een omvang als Haarlem meestal met twee
predikanten werd volstaan. Daarom leek het beter de
sinds 16 april ontstane vacature van ds. W. Ringnalda
niet te vervullen. Vervolgens omdat het de bedoeling
120