was in de toekomst het aantal bestaande kerkgebouwen
tot twee terug te brengen. Tegelijk met het uitbrengen
van dit advies werden de drie volgende mogelijkheden
voor kerkbouw genoemd, te weten: een nieuwe kerk
aan de Raamsingel, een nieuwe, grotere kerk op de
plaats van de kerk aan de Gedempte Oude Gracht of
een uitbreiding van het bestaande gebouw aldaar. Van
wege de kosten koos de meerderheid van de kerkeraad
op 29 juli 1918 voor het door architect A. de Maaker te
Heemstede ingediende verbouwingsplan. Doordat het
bedrag van de laagste inschrijver op de aanbesteding, de
aannemer D. Bruijn, die tevens gemeentelid was, te
hoog was, werd eind oktober besloten over drie maan
den een herbesteding uit te schrijven 5). Doordat de
omstandigheden voor de voorgenomen verbouwing niet
gunstiger werden, adviseerde de Bouwcommissie op 10
februari 1919 om in plaats daarvan de kerk aan de
Gedempte Oude Gracht te slopen en door een nieuwe
te vervangen. Daarnaast werd voorgesteld om het in
1894 gestichte 'Brongebouw' in de Koekamp te kopen en
tot kerk te verbouwen. Op 23 juni werden de definitieve
bouwplannen van architect De Maaker bij acclamatie
goedgekeurd. Het werk werd vervolgens voor
i23-557>~ aan de gereformeerde aannemer D. van
Kampen uit Bloemendaal gegund.
Zondag 28 december was een bijzondere dag voor de
Gereformeerde Kerk van Haarlem, omdat ds. G.R.
Kuijper toen 's avonds voor het laatst in de kerk aan het
Klein Heiligland voorging. Op oudejaarsavond volgde
onder leiding van ds. S. Datema de laatste dienst in de
kerk aan de Gedempte Oude Gracht 6). Vanaf januari
1920 werden er 's ochtends om de week godsdienstoe
feningen belegd in het gebouw van de Nederlandse Pro
testantenbond in de Vestestraat hoek Jacobstraat en in
het gebouw van de Sociëteit 'Vereeniging' in de Lange
Begijnestraat, terwijl alle avonddiensten in eerst
genoemd gebouw werden gehouden. De kerk aan het
Klein Heiligland, die afgestoten was, werd noch aan de
Maatschappij tot exploitatie van het gebouw 'Voor
waarts', gevestigd in de Kromme Elleboogsteeg no. 17,
noch aan de Theosofische Beweging verkocht. In het
eerste geval aangezien deze maatschappij ook verga
deringen voor anarchisten en communistische vakvere
nigingen belegde. In het laatste geval omdat de koper
uiteindelijk na tijdelijk gebruik van deze kerk de Noor-
derkerk wilde verwerven. Het orgel was voordien aan
121