architect zou aanwijzen, maar dat het ontwerp-plan aan de woningbouwvereniging zou worden voorgelegd, op dat de kerk architectonisch met de rest van de bebouwing zou overeenstemmen l6). Doordat de opbrengst van een andere inzamelingsaktie lang niet het gevraagde bedrag opbracht, adviseerden sommige kerkeraadsleden de Noorderkerk niet te ver kopen, maar deze liever te restaureren en in noord met een kerk van 800 in plaats van 1200 zitplaatsen te volstaan. Wel zou het dan nodig zijn om eerder dan bedoeld vanwege het aantal kerkgebouwen een derde predikant te beroepen. Op 30 juni 1924 werden de ge reformeerde architecten A. de Maaker uit Heemstede, J.H. van der Veen uit Amsterdam, Jos. de Jonge uit Rotterdam, L.A.G. Roest en T.E. Kuipers uit Amster dam uitgenodigd een ontwerp-plan in te sturen. Kuipers deed dus toch mee. Tegelijkertijd werden de architecten B.T. Boeyinga uit Amsterdam, Th. Anema uit 's-Gra- venhage Iy), J. Verhagen uit Hilversum en Meppelink uit Bloemendaal op een reservelijst geplaatst l8). De bouwsom werd op 125.000,— vastgesteld. Architect G. Schuitemaker, zelf lid van de Gereformeerde Kerk van Haarlem, beklaagde zich herhaaldelijk niet in de gelegenheid te zijn gesteld om ook een ontwerp-plan te maken. Eind december viel de keuze op het plan-Roest. Allereerst omdat de buitenarchitectuur de overige ont werpen verre overtrof en bovendien omdat de bouw grond niet volledig werd bebouwd. Wel liet de architect weten, dat realisering enkel haalbaar was, wanneer de aanbesteding vrij zou zijn en niet, zoals de kerkeraad wilde, tot gereformeerde aannemers beperkt werd. In juli 1925 gaf de kerkeraad het eerste en niet het nader uitgewerkte plan, dat hier teveel van verschilde, in aan besteding. Doordat de laagste inschrijver de kosten op bijna 128.000,— raamde, verklaarde de kerkeraad de opdracht vervallen. Hierna benaderde men de architecten J.P. Logeman uit Rotterdam I9) en Boeyinga uit Amsterdam, terwijl de ingezonden plannen van Schuitemaker ook serieus wer den bestudeerd. Doordat Boeyinga verzekerde voor 150.000,— (inclusief de 20 overschrijdingskosten van de begroting) een kerk met 1200 zitplaatsen te kun nen bouwen, ontving hij de opdracht. Twee maanden later, op 8 februari 1926, lichtte hij de kerkeraad zijn plannen toe aan de hand van de bouwtekeningen en een maquette.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1990 | | pagina 126