yemandt die belust sonde moghen syn, omme een Scheep- maeckerije aldaer op te rechten, die souden sich mogen laten vinden, ende addresseren aende Heeren Burgher- meesteren voornoemt, ende van den selven versoecken, hooren ende verstaen soodanighe conditiën, ghelegent- heden, vryheden ende exemptien 8). Wellicht heeft ook meester Vroom zijn oor eerst bij de burgemeesters te luisteren moeten leggen en was hij gebonden aan wat hun de meest geschikte episode uit de historie van de Haarlemse scheepvaart leek. Zijn gebruikelijke stijl en zijn algemeen erkende en langduri ge ervaring op het gebied van officiële zeestukken in aanmerking genomen, wekt het resultaat een wat on beholpen indruk. Zijn iets vroegere zeeschildering voor het stadsbestuur van Haarlem, uit 1623 9), getuigt van een heel andere benadering IO). Mogelijk waren de ou derwetse stijl en compositie van de Slag op het Haarlem mermeer, alsmede de overzichtelijke en daarom sterk gedateerde landschappelijke indeling die ook in gravu res uit de tijd van de belegering te zien is - een bewuste keuze voor een historische weergave, zestig jaar na dato. Welke bronnen Vroom heeft aangeboord, is niet be kend; onder de vele in omloop zijnde verslagen van de schermutselingen ten tijde van het beleg waren er verschillende die nadrukkelijk de voortreffelijk gebouw de Haarlemse galeien noemden. Het dagboek, van Wil lem Janszoon Verwer, één van de manuscripten uit deze periode IT), beschrijft hoe tegen het einde van februari T573 ■■■die eerste galei], lanck wesende 84 voet, met haer volck nae die Haelmeer getoogen... Het avijs op dese galei] voors, was aldus ludende ende het is stadts avijs Vicit Vim Virtus (De Deugd heeft het Geweld Overwonnen) I2). Om de herkomst van deze spreuk te benadrukken is in de kantlijn, hoogst ongebruikelijk, een schetsje van het wapen van Haarlem getekend. Niet meer dan een week hierna werd een tweede, nog grotere galei te water gelaten met het opschrift Pro Lege, Rege et Grege (voor Wet, Koning en Volk). Dit kernachtige devies prijkte ook op de militaire vaandels van de Prins van Oranje en vertolkte de drie hoofdthema's uit diens manifest van 1568 I3). En nog een grotere galei, kortweg De Prins geheten, liep een maand nadien van stapel, mit daerin sijnde die capiteijnen ende lutenanten van der stat, met pijp en trom ende twee vliegende faendels der schutterijen I4). Deze vaandels zijn naar alle waarschijn lijkheid dezelfde als de beide uit kostbare zijde vervaar digde banieren die nog altijd deel uitmaken van het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1990 | | pagina 14