Haarlemse erfgoed I5). Een is oranje en blauw en draagt
het jaartal 1572, de andere draagt het wapen van de stad
alsmede dat van de beide schutterijen en het jaartal 1573.
Beide banieren hebben als opschrift: Vicit Vim Virtus.
Op grond waarvan heeft het Haarlemse stadsbestuur, in
de jaren twintig van de zeventiende eeuw, dit weinig
actuele tafereel laten schilderen? Hulde aan een militaire
prestatie was zeker een heel belangrijk motief, maar
iets van economische rivaliteit moet toch ook hebben
meegespeeld, terwijl zelfs moralistische overtuigingen
niet uitgesloten moeten worden. Waarom nemen de
tegenover elkaar gelegen vlaggeschepen van Haarlem
en Amsterdam zo'n opvallende plaats in? Op het gebied
van handel en nijverheid had de concurrentie tussen
de beide machtigste steden van Holland halverwege de
zestiende eeuw een hoogtepunt bereikt. Mede gelet op
de snel toenemende chaos in Amsterdam streefden de
Haarlemse bestuurders naar een sfeer van rust en orde,
om kapitaal en arbeidskrachten naar hun stad te
lokken l6).
Rust en orde kregen een nog hogere prioriteit in de
jaren twintig van de zeventiende eeuw toen de regenten,
om gelijke tred te houden met Amsterdam, de plaatselij
ke scheepsbouw nieuw leven probeerden in te blazen.
In deze zelfde periode werd de tegenstelling Haarlem-
Amsterdam ook op politiek-godsdienstig terrein steeds
uitgesprokener. Haarlem werd beheerst door een uiterst
orthodox calvinistische regering, terwijl in Amsterdam
de meer liberale reformatorische factie de macht uitoe
fende. In deze context past het werk van Vroom dat in
herinnering riep hoe Haarlem in een noodsituatie had
bewezen in hoog tempo schepen te kunnen bouwen om
de agressie van andersdenkenden het hoofd te bieden.
In deze zelfde periode kocht of bestelde het stadsbestuur
ook andere - dikwijls heel kostbare - kunstwerken, die
betrekking hadden op de scheepsbouwkundige activitei
ten van Haarlem en op rust en orde als politieke, re
ligieuze en sociale deugden, als een middel om het ge
bruik van geweld met alle economische en morele gevol
gen van dien zoveel mogelijk in te perken.
Het werk van Vroom en de zijden banieren vormen
slechts een greep uit de veelheid van kunstvoorwerpen
die de stadsbestuurders hebben vergaard en waarin zij
hun uit de plaatselijke historie gegroeide opvattingen
van esthetische, morele en economisch-politieke aard
tot uitdrukking hebben laten brengen. Op haar beurt
beïnvloedde en accentueerde deze kunst het hele cul-
13