\/y Y"ó[
7v,
/r
t J> V- 7 't*V;
Gemeente, Regent van het Diaconiehuis aan de Jans
straat en bestuurslid van verschillende liefdadigheidsor
ganisaties. In 1909 werd Van Ommeren benaderd door
de Anti Revolutionaire Kiesvereniging 'Nederland en
Oranje' met het verzoek zich beschikbaar te stellen voor
het lidmaatschap van de Gemeenteraad. Hij is hierop
kennelijk niet ingegaan want we vernemen hierover niets
meer.
Uit bovenstaande blijkt wel dat Van Ommeren beslist
niet heeft stilgezeten. Zijn activiteiten kwamen tot uiting
in zijn bijnaam 'Rappe Tinus'. Hij had zichzelf goed
ontwikkeld en was een belezen man, zoals uit zijn par
ticuliere correspondentie blijkt. Maar hij kon ook driftig
zijn en ruw uitvallen. Als een timmerman iets niet goed
deed greep hij het gereedschap uit diens handen en deed
hij voor hoe het wel moest. Overigens was hij 'een goed
mens'. Bij zijn begrafenis in 1911 werd dan ook gezegd:
Hij bleef de diamant met de ruwe bolster.
In 1910 kreeg Van Ommeren de opdracht van de Ge
meente Haarlem om voor een bedrag van 99.714,—
het voormalig weeshuis aan het Groot Heiligland te
verbouwen tot Frans Halsmuseum. Eén en ander onder
supervisie van de Directeur van Gemeentewerken. Het
museum moest in 1913 worden geopend. De bouw vlotte
niet erg, getuige een brief aan de Directeur van Gemeen
tewerken van 24 juni 1911die als volgt luidde:
Weledele HeerTot mijn leedwezen moet ik u berichten
dat ik heden zaterdag 24 juni de timmerliedenwerk
zaam aan de museum gebouwen heb moeten ontslaan,
na hun vooraf een week te hebben opgezegd. Deze week
hebben bovengenoemde timmerlieden dan ook niets an
ders gedaan dan enige opperdienst. Vrijdag 23 juni
ontving ik de tekening van enige raamkozijnenmaar
kon hiermee alleen beginnen het hout uit te trekken,
157
Week-werkbriefje van de op
perman Jacob Bokhove, d.d.
30 januari 1909.
C f l l lYC/C'/c
^'"/C-Vle; C, ./Sr Y
s