Na het overlijden van Van Ommeren werd het bedrijf
op dezelfde voet door zijn dochter Dina voortgezet, nu
onder de naam 'Weduwe M. van Ommeren'. Zij was
immers van de hele gang van zaken op de hoogte en
verzorgde reeds grotendeels de administratie en corres
pondentie. Het bleef nu echter een bedrijf van onder-
houds- en restauratiewerkzaamheden en kleine aanne
mingen. Aan groot werk en woningbouw werd niet meer
gedaan. Er was voldoende werk voor zo'n tien man
personeel, waarvan velen al jaren in dienst waren.
De eerste jaren waren niet gemakkelijk. Hoewel het
vermogen van Van Ommeren op het tijdstip van overlij
den 63.350,— bedroeg, voor die tijd een aanzienlijk
bedrag, waren de liquide middelen vrij beperkt. Er
moest nogal wat worden afbetaald aan leveranciers en
onderaannemers. Maar met een voorzichtig beleid wa
ren na enkele jaren de problemen achter de rug.
Inmiddels was Dina verloofd met de bouwkundige Jo
hannes Cornelis Cramer, zoon van schilder Cramer uit
de Jansstraat 10. Het was nu de bedoeling dat deze Joh.
C. Cramer de zaak zou gaan leiden. Cramer had de
driejarige hbs doorlopen en had op de Burgeravond
school de opleiding voor opzichter/tekenaar gevolgd. Hij
had de praktijk van het bouwvak geleerd als volontair
in de bedrijven van zijn oom C.J. Cramer op de Nieuwe
Groenmarkt en van zijn aanstaande schoonvader Van
Ommeren. Verder had hij gewerkt op de architecten
bureaus van Van Logchem en Meppelink.
Uit de correspondentie blijkt dat Cramer reeds vanaf
eind 1911, zij het niet officieel, bij de zaak was betrok
ken. Hij maakte toen al begrotingen en verzorgde een
deel van de correspondentie.
Een interessante bijzonderheid is nog de wijze van admi
nistratie. Uiteraard geheel met de hand. Brieven en
offertes werden met een speciale inktsoort geschreven
en vervolgens gekopieerd met behulp van een kopieboek
en kopieerpers. Dit ging als volgt te werk: het beschre
ven blad werd in het kopieboek gelegd, dat uit 500
vel zeer dun papier bestond, en wel onder een blanco
velletje. Dit werd met water nat gemaakt, waarna het
geheel onder een pers ging, die werd aangedraaid en
daarop verscheen in het kopieboek een afdruk van de
brief. Een kopieboek van 16 mei [911 tot 20 maart 1927
is bewaard gebleven. Veel afdrukken zijn thans nog te
lezen, hoewel de ontcijfering veelal niet eenvoudig is.
In 1927 werd de eerste schrijfmachine aangeschaft, waar-
159