is vermeld was de materiaalpositie nog slecht. Hout en cement werden nog steeds op toewijzingen van Bouw en Woningtoezicht beschikbaar gesteld. Natuurlijk werd steeds iets meer gevraagd dan nodig was en de ambtena ren waren niet moeilijk. Ijzerwerk was, voorzover het te krijgen was, slecht en er moest soms met zinken kranen worden gewerkt. Maar met de jaren kwam er toch verbetering en werd alles weer normaal, zij het dat de kwaliteit van bijvoorbeeld hout niet meer was zoals het vroeger was geweest. Zeer onaangenaam was de instelling van de Rijksdienst voor de Prijsbeheersing. Alle prijzen werden aan banden gelegd. De opslag op de arbeidslonen, materialen en onderaannemers werden van overheidswege vastgesteld. Ieder die het met een nota van zijn aannemer niet eens was ging reclameren bij de Prijsbeheersing. Dan moest aan de hand van facturen worden aangetoond hoe de prijs tot stand was gekomen. Zelfs aangenomen werk, waarvan de opdrachtgever naderhand vond dat het be drag te hoog was, werd een onderwerp van conflicten. Vaak moest het bedrag worden herzien, dus lager en hiertegen was niets meer te doen. Het gebeurde dat een rekening van ongeveer 35,— te hoog werd bevonden. Er waren enkele dakpannen verwerkt. Of de factuur van die pannen maar kon worden overgelegd. Het waren nota bene nog pannen uit de heel oude voorraad van opa Van Ommeren, zo van vóór 1911! Uiteraard was er geen factuur meer aanwezig. De voorraad dakpannen, het waren zogenoemde kruispannen, was zo groot, dat een deel verkocht kon worden aan een bouwmaterialen- handel. Ze waren toen nog niet bij de fabrikant verkrijg baar. Wat de prijsbeheersing betreft, deze is gelukkig geen lang leven beschoren geweest. Een ander probleem werd langzamerhand het transport. Het vervoer ging nog steeds met handwagens, maar de afstanden werden groter. Klanten in Heemstede, Aerdenhout en Bentveld waren geen uitzondering meer en een half uur lopen was dan niets. Maar tijd werd langzamerhand geld. Voor de lange afstanden werd ge regeld een bakfiets gehuurd a raison van 1,— per dag. Uiteindelijk was vrijwel iedere dag een bakfiets op de weg, zodat overwogen werd zelf zo n transportmiddel aan te schaffen. Een tweedehands kostte 200, Maar was deze investering-het was midden jaren vijftig-wel verantwoord? De zaak liep goed, er was voldoende werk, dus toch maar doen. En zo kwam er een bakfiets. Maar de ontwikkeling ging verder en de gedachten gin gen uit naar een vrachtauto.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1990 | | pagina 175