Midden jaren zestig kwam het bedrijf in het trotse bezit
van een Volkswagenbus, een tweedehands natuurlijk
van 2.000,
En de vrachtwagens volgden elkaar op en het werden
Ford Transits. Toch kleefden hieraan bezwaren. De wa
gen stond te vaak renteloos bij een karwei. In 1983 werd
overgegaan op een combinatie van kleine vrachtwagen
Talbot met een tandemasser als aanhanger, een com
binatie die goed voldeed. Een groot voordeel was dat
Frans de Ruig op autogebied even deskundig was als in
de bouwnijverheid. Hij kon goed van advies dienen en
was in staat om gebreken en defecten zelf te herstellen
en had een grote rij-ervaring. Naast dit eigen vervoer
beschikten de personeelsleden vrijwel allen over een
eigen auto die tegen een kilometervergoeding in het
werk werd gebruikt.
Dan was er nog de kwestie van het gereedschap. Begin
jaren vijftig was vrijwel alles nog handgereedschap. Voor
machinaal timmerwerk als ramen, deuren en kozijnen
werden timmerfabrieken ingeschakeld. Later werd het
handgereedschap vervangen door elektrische appara
tuur, zoals boormachines, elektrische schaven en zagen,
cirkelzagen op onderstel en kangohamer (elektrische
sloophamer). En wat betreft de werkplaats, dit was een
oude houten loods die in de loop der jaren niet veranderd
was, weliswaar regelmatig was opgeknapt en hersteld en
voorzien van een schaftruimte, maar verder in de loop
der jaren nauwelijks veranderd. Verschillende gedeelten
van de opslagruimten zijn in de loop der jaren wel onder
verhuurd geweest aan collega's en onderaannemers. Een
pluspunt was de centrale ligging in de binnenstad. Echter
rond 1984 werd de bereikbaarheid langzamerhand een
probleem, als gevolg van de verkeersmaatregelen van
overheidswege. Er moest toen worden gezocht naar een
andere huisvesting, hetgeen geen eenvoudige zaak was.
Toch werd in 1984 een andere bedrijfsruimte gevonden
en wel in de Korte Lakenstraat in de Vijfhoek. Niet zo
groot, maar voorlopig wel voldoende. Vijf jaar later, in
1989 werd een prachtige ruimte betrokken in de Reitz-
straat in de Transvaalbuurt in Haarlem-Noord. Werk
plaats, magazijn, stalling en kantoor in één gebouw on
dergebracht. Deze beide verplaatsingen geschiedden
reeds onder de opvolger van Cramer, F.P.J, de Ruig,
waarover straks meer.
Over het personeel is in het voorgaande al gesproken.
Een moeilijk moment was het in 1978 toen drie man
personeel gelijktijdig ontslag nam. Zij waren het met de