zaamheden door de stijging van lonen en sociale lasten,
die langzamerhand de pan uitrezen, maakten de bedrijfs
voering er niet makkelijker op. Waren in 1946 de uurprij-
zen die aan de klant in rekening werden gebracht on
geveer 1,50, in 1984 waren deze gestegen tot ongeveer
45, De materiaalprijzen namen in verhouding veel
minder toe.
Wat het punt van de materialen betreft, naast de traditio
nele materialen kwamen er steeds nieuwe, zoals de plaat
materialen, zachtboard, hardboard en eternitboard.
Deze zijn inmiddels alweer vrijwel van het toneel ver
dwenen om plaats te maken voor spaanplaat, al of niet
met ontwijkend gas als het warm wordt en daardoor dus
ook al niet zo geschikt. Beter waren de gipsplaten en
blokken. Tenslotte kwamen de kunststoffen, waarvan
tegenwoordig vrijwel alles wordt gemaakt. Hoe zich dit
in de toekomst zal houden is nog een open vraag, schrij
ver dezes acht dit twijfelachtig. En dan hebben we het
nog niet gehad over de nieuwe methoden van bouwen.
Het vereist een aanpassing van hen, de ouderen, die aan
de traditionele wijze gewend zijn. Veel overleg is thans
nodig om voor de klanten en relaties tot een redelijke
offerte te komen en er niet bij in te schieten, hetgeen
uiteraard nog wel eens een keer voorkwam. Maar het is
allemaal gelukt en in 1984 kon een gezond bedrijf aan
de opvolger worden overgedragen.
Wat werd er vanaf 1946 aan werk klaar gemaakt? Het
scala van uitgevoerde werkzaamheden was vrijwel gelijk
aan dat uit de tijd van vader Cramer. Dus onderhouds
werkzaamheden, verbouwingen en kleine aannemingen
in de meest uitgebreide zin. Van vernieuwen van een
slot, vervangen van een raam, herstellen van een vloer,
verhelpen van lekkages, ontstoppen van rioleringen tot
complete verbouwingen, uitbreidingen, renovatie van
woningen en restauratiewerk. Nieuwbouw was er ook
nu niet bij, of het moest een schuur zijn.
De instellingen waarvoor gewerkt werd waren de Rijks
gebouwendienst, voor wat betreft het Rijkskantoren-
gebouw Jansstraat 46. De Kerkvoogdij van de Neder
landse Hervormde Gemeente voor wat betreft de Grote
Kerk, Bakenesserkerk, Nieuwe Kerk en de verschillende
pastorieën. De Israëlitische Gemeente voor wat betreft
de Synagoge, Rabbijn de Vrieshuis en begraafplaats aan
de Amsterdamse Vaart. Verder de Hofjes van Staats en
Noblet, Guurtje de Waal, enkele jaren voor de Teijlers
Stichting, Vrouwe en Antonie Gasthuishofje, de Dia-
177
