conie der Nederlandse Hervormde Gemeente. En dan
de vele particuliere klanten in Haarlem en omgeving,
zo'n 100 a 150 stuks.
Vaak werden ook werkzaamheden verricht die met het
vak eigenlijk niets te maken hadden, zoals het begraven
van een hond, het plukken van noten van een walnoten-
boom, het geven van adviezen op alle mogelijk gebied.
Vaak deden we dienst als 'vertrouwensman'.
Het zou veel te ver voeren alle werken in dit bestek de
revue te laten passeren. We doen een greep en beginnen
met de restauratiewerken. Het begon in 1947/48 met het
vernieuwen van de beglazing van het grote raam in het
Noordertransept van de Grote Kerk. De lichtopeningen
waren bezet met zogenaamd noodglas. Bij de restauratie
van T875-19T5 was er namelijk geen geld meer geweest
om dit raam te vernieuwen. Binnen en buiten kwam een
stalen steiger te staan. Het noodglas werd verwijderd,
de glasopeningen tijdelijk dichtgezet en naderhand voor
zien van groen genuanceerd broeiglas in lood. Ijzerwerk
werd gedeeltelijk vervangen door brons, en het zand
steen werd waar nodig hersteld. Het werk stond onder
leiding van architect H. Korringa. Onder diens leiding
werd in 1950 ook het bovengedeelte van de topgevel van
het pand Bakenessergracht 9 geheel vernieuwd. Nieuwe
kruiskozijnen met luiken, nieuw zandsteenwerk en met
selwerk van oude handvormsteen, en voegwerk. In 1953
werd volgens ontwerp van schrijver dezes het Hofje van
Guurtje de Waal aan de Lange Annastraat 40 gereno
veerd. Het aantal woningen bleef acht, maar de indeling
werd gewijzigd. Er kwam meer comfort, zoals een een
voudig keukentje, een behoorlijke trap naar de zolder
178
Restauratiewerk aan goot- en
dakconstructie van de Nieuwe
Kerk in 1972.
Op de steiger Baas Cramer met
twee werknemers.