tot de verantwoordelijke personen en instanties te wen
den, wanneer in de aanleg van de Hout zodanig werd
ingegrepen, dat de architectonische visie van haar vader
werd aangetast. De Haarlemmerhout was haar heilig.
Evenals haar vader gruwde zij ervan, wanneer met het
bomenbestand in Haarlem ondoordacht en wat al te
nonchalant werd omgegaan.
Johanna Springer had tot op het laatst een zeer grote
belangstelling voor alle zaken die met natuur en milieu
te maken hadden, maar vooral lagen Haarlem, de Haar
lemse instellingen zoals het Teylers Museum, en natuur
lijk de Hout haar zeer na aan het hart. Daarnaast is zij
ook buitengemeen actief geweest op velerlei maatschap
pelijk gebied, zoals uit de volgende opsomming zal
blijken.
Haar opleiding was voor die tijd zeker bijzonder te
noemen: hbs-b en Mo-Boekhouden. Zij deed daarna de
examens van het Nederlands Instituut van Accountants,
hoewel het haar eigenlijke ambitie was om schrijfster te
worden. Dit kon pas veel later tot uiting komen in de
columns die zij schreef voor het blad van Raad en Daad.
Zij werkte vele jaren bij verschillende Accountants
bureaus en in een vrij beroep als belastingconsulent voor
particulieren. Nadat zij haar taak als accountant had
neergelegd kwamen er vele taken op maatschappelijk
gebied op haar af, zoals: het Steunfonds tot huisvesting
van Ouden van Dagen (Doopsgezinde Gemeente Haar
lem) waarvan zij de eerste penningmeester was; het
Dienstjarenfonds (eveneens Doopsgezind, maar lande
lijk), na 1934 het Doopsgezinde Mennofonds geheten.
Hiervan was zij eveneens penningmeester (1933-195°);
het Protestants Weduwen- en Wezenfonds te Amster
dam, mede opgericht door haar grootvader, de heer
B.A. van Doorn, van 1947 tot 1963 was ZÜ hiervan
Commissaris Financiële aangelegenheden; de Flatstich
ting voor vrouwen door vrouwen te Haarlem. Deze
Stichting had tot doel door aankoop en verbouwing
van grote herenhuizen alleenstaande vrouwen praktische
flatjes te verschaffen. Vóór 1940 was dat iets geheel
nieuws. Vanaf de oprichting tot 1938 was zij ook hiervan
penningmeester; de Vrouwengroep in de Liberale
Staatspartij, afd. Haarlem, na 1947 leidde dit tot de
Landelijke Stichting Organisatie Vrouwen in de vvd,
waarvan zij een van de oprichtsters en van 1947 1968
secretaresse en tevens penningmeester was; de Stichting
Nederlandse Federatie voor Vrouwelijke Vrijwillige
Hulpverlening. In deze stichting was zij afgevaardigde
227