de opmerkelijke concentratie op specifieke onderwer pen. Al ontbreekt het ons aan exacte gegevens wat betreft aantallen en soorten schilderijen - die bijvoor beeld wel voor Delft zijn verzameld op basis van boedelbeschrijvingen ?I) - toch kunnen wij constateren dat de schilderkunst in Haarlem (voor plaatselijke afne mers of voor de export) naast individuele of groepspor tretten en historiestukken voornamelijk Landtschapiens, De Twaalf Maanden, Kleene Gezelschapjes (galante ge zelschappen), Toeback-roeckerken en Boertjes (her bergscènes), De Vijf Zinnen, Banketjes, Ontbijtjes (stil levens) en Tronies (portret-typen) betrof 72). Op grond van de geschiedenis van Haarlem zoals die in het voor gaande aan de orde is gekomen, laat de context van sommige van deze specialisaties zich wel raden - maar om te begrijpen waaróm er zo gericht werd gewerkt moeten we ons eerst verdiepen in het vanzelfsprekend door plaatselijke belangen gedomineerde artistieke pa tronaat van het Haarlemse stadsbestuur gedurende de twee maal 25 jaar voor en na 1600. De stad, het stadhuis en Met maatschappelijke onrust en het verlies van identiteit het recht geconfronteerd, bracht het stadsbestuur welbewust het verleden van de stad in stelling. Aan de gevel van het stadhuis, rond 1350 gebouwd ter plaatse van de afge brande grafelijke residentie 73), was dit verleden tot 1625 manifest aanwezig in de standbeelden van de graven van Holland. Op de tekening die Saenredam rond dat jaar van het stadhuis maakte zijn de beelden nog te zien (afb. 6) 74). Aan de graven hadden de burgemeesters de economische opbloei van Haarlem, alsmede hun eigen wettelijke gezag te danken, dat beseften zij maar al te P. Saenredam (toegeschreven aan), Haarlem, stadhuis, voor gevel, ca. 1625, gewassen pen tekening, 17 x 26,5 cm, Am sterdam, Amsterdams Histo risch Museum (Museum Fodor). 30

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1990 | | pagina 32