Het stadhuis als
belichaming van de wet
in de jaren twintig van de
zeventiende eeuw
School er in de bouw van de St. Annatoren en later in
de voltooiing van de Nieuwe Kerk al iets van machtsver
toon, nog manifester uitte de autoriteit van de vroede
vaderen zich in de uitbreiding van het stadhuis. Een
belangrijk gegeven was de ligging van dit complex, mid
den in de stad, tegenover de Grote Bavo en aan het
'Sand' dat voornamelijk diende als marktplein, maar ook
wel gebruikt werd voor riddertoernooien. Tevens werd
het gebruikt door de schutterijen voor hun parades in
het begin van de zeventiende eeuw, met dien verstande
dat zij eerst in vol ornaat door de stad marcheerden om
vervolgens in slagorde, tot twee- of driemaal toe, als
met blixem ende donder, op de markt een schot af te
vuren Iö8). In deze context figureerde de gevel van het
stadhuis als het officiële gezicht van het stadsbestuur.
Letterlijk als mond van de Wet, de plek waar nieuwe
maatregelen werden afgekondigd, diende de hoofdin
gang van het stadhuis. Mondeling waren hier altijd al
adviezen en bevelen verstrekt en op de trap werden
nieuwe verordeningen voorgelezen. Na 1630 werd de
bevolking van hieruit zelfs een orakel voorgehouden,
dat boven de voordeur in steen was uitgehouwen. Er
was namelijk in dat jaar een nieuw en indrukwekkend
portiek gebouwd en in het gebroken klassieke fronton
stond te lezen:
'Regering en Burgerij van Haarlem.
Geen burger schende ooit
Dit heilige huis van Themis,
Zetel van de Regering.'
1630
Zowel Livius als Tacitus - veelgelezen auteurs in de
nieuwe Republiek - gebruiken 'temerare' in de zin van
'schenden' '°9). Bij Homerus - wiens werk in 1561 door
Coornhert was vertaald en in het begin van de zeventien
de eeuw regelmatig werd herdrukt - komt Themis als
zelfstandig naamwoord (het ingestelde, de wet) maar
ook als eigennaam voor Als godin roept Themis bij
Homerus zowel vergaderingen van Goden maar ook van
mensen bijeen, terwijl zij later dikwijls wordt geraad
pleegd als orakelend vertolkster van het recht Iri). De
S:P:Q:H:
HANC SACRAM THEMIDIS
DOMUM SENATUS SEDEM
NE TEMERATO CIVIS UNQUAM
ANNO 1630
42