burgerij en maken aanspraak op een typisch Haarlemse belangstelling voor rechtschapen en ordelijk gedrag, als overblijfsel uit een periode waarin de rest van Holland zich bij wijze van spreken nog in beestevellen hulde. De ervaring in het bouwen van schepen dateerde - zoveel was wel duidelijk - van jaren her, terwijl de strijd tussen de christelijke Haarlemmers en de Egyptische moslims een voorloper van de recente strijd tussen de protestante Haarlemmers en de katholieke Spanjaarden was ge weest. Toen extern de vrede eenmaal was bezegeld, was het intern nog wel eens onrustig; tuig van de richel moest door deugdzame gezagdragers beteugeld worden I24). Een sprekend voorbeeld van zo'n conflict is een incident uit 1624, toen er vlak bij het stadhuis een opstootje ontstond en een grotendeels uit boeren bestaande me nigte zich heftig tegen een nieuwe belasting op boter verzette. De schutterij greep in en tijdens de ongeregeld heden die volgden werd een van de 'boeven' doodge schoten I25). Vicit Vim Virtus in schilderijen en prenten voor particulieren Voor het stadswapen annex -devies moest, naar de me ning van Ampzing, ook in de huiselijke omgeving een plaats worden ingeruimd: Wil iemand in zyn huis Stads Wapen plaatze geven? Laat deze Verzen dus daar onder zijn geschreven: Waar by men leeren mag, tot eere van dit feit, Tot eere van de stad, wat als ons wapen zeit: De Moed Verwint de Macht, het Veld en Zwaard getuigen, Dat Damiaat voor ons den hals heeft moeten buigen; De sterren, dat ons naam steil tot de sterren gaat, En 't kruis, vermeld het eind en oorzaak van de daadt I26). Zo'n advies - om thuis een reproduktie met onderschrift naar een werk uit het openbaar kunstbezit op te hangen - was geenszins ongebruikelijk. In een lang gedicht onder een prent van C. Kittensteyn naar W. Buytenwech, De Triumph-Wagen uytbeeldende de voortrefelijcke deugden vanden Doorluchtighen... Heere... Wilhelmus... I27), zegt de dichter Jan Jansz Starter in 1621: ...Sal yeder vroom gemoed, in onse Nederlanden, Dees Wagen in sijn huys doen hangen aen de wanden.I28). En 'dees wagen' behoorde tot het openbaar kunstbezit, want Haarlem én Delft bezaten elk een allegorisch schilderij van H. G. Pot, waarop dezelfde deugden van dezelfde Willem van 49

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1990 | | pagina 51