zeiver Stad in personne self gesteld, gecommitteerd, geordonneerd,
ende beëdigd, den 25 Oct., 1618, en Syne Excellentie heeft oock
all de Officieren van de Schuteryen.gedagvaerd.
114. Ter Kuile, a.w. (noot 112), p. 248: Es voorgeslagen het timmeren
van den gevangenhuys aende Sijlstraet over de winckeltgens, met
seeckere andere heerlijcke cameren daer boven. Wert geadviseert
slecht, recht ende massijf, ende sij bij hant genomen ende eenige
neffens den fabrijcken gecommiteert omtoesicht te nemen.
115. Eenzelfde vergelijking tussen de gebeurtenissen in de dertiende
eeuw en die in de laat zestiende eeuw werd door Ampzing, a. w.
(noot 50), p. 2 gemaakt: Hoe zy den Nylschen vloed en keten heeft
gespleten!En hoe de Spaensche magt gebroken, en versleten...
116. Ysselstein, a.w. (noot 17), pp. 245, 254.
117. A. van der Willigen, Geschiedkundige aantekeningen over Haar
lemse schilders (1886), p. 239.
118. Haarlem en Dordrecht waren de twee enige steden in Holland
die de beulen van het Hof van Holland in Den Haag huisvestten.
Cf. Ampzing, a.w. (noot 50), p. 394: Ik kan ook hier ter stee niet
laten aan te roeren/hoe wij het Swaerd van Recht alleen met
Dordrecht voeren:!Also die ere dan an bruicheyd ons tween/Wel-
eer gegeven is also d'alder oudste Steen. Zie ook Gonnet, a.w.
(noot 65), p. 6: Philip van Bourgondië benoemde in 1428 Adriaen
Henricssoon als scotcen (Verdam, M.N.W. scutere-doodslag-
here) ende recher mitten sweerde te wesen over die misdadige
overal in Hollant ende Zeelandt, dair men sijnre behoeven ende
te doen hebben sal.
119. D. Coornhert, 'Zedenkunst', 1586. Alle Werken, Amsterdam,
1630, 1, 4: 'Of de hertstochten aengheboren zijn. Niet de herts
tochten selve doch de moghelijkheijt om die te hebben den
menschen aengheboren worden.'
120. Jungen, a.w. (noot 77), p. 69.
121. D. Coornhert, 'Zedekunst' (1586), Alle Werken, (Amsterdam,
1630), vi, 5: 'Van Tem-lust ende Volgh-lust. Dese noemt men
in den Latijnse Continentia ende Incontinentia... want den Tem-
lust is een matigheydt daar door de lust bij bestieringhe des
redens wert betemt.'
122. Cf. ook Van Manders schildering de Standvastigheid (Continentia
of'Temlust') van Scipio, Amsterdam, Rijksmuseum, en de schil
dering door J. Lievens van hetzelfde onderwerp voor de raadska
mer in het stadhuis van Leiden (1641).
123. S.J. Fockema Andreae, Bijdragen tot de Nederlandsche rechtsge
schiedenis, iv, p. 226, ...sullen sie sceppen ende wisen ten beste
redenen nae hoeren vijf sinnen. Stadsrechten Deventer, 1450;
ook G. Dunbar, Het Kerkelijk en Wereltlijk Deventer, 1, p. 156,
Offt den Scepenen ennige punsten aanvalle, dair der Stadt Boech
nyet van begrepen en heeft, dat sullen sy sceppen en richten nae
den besten redenen ende nae oeren vijff synnen nae gelegenheit
der saecken, Stadsrechten, Deventer, i486.
124. F. Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haarlem (Haarlem,
1883), 1, p. 176 zonder bronvermelding.
125. Idem, zie ook R.M. Dekker, 'Oproeren in de provincie Holland
1600-1750. Frequentie en karakter, relatie met de conjunctuur
en repressie', Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis, 3 (1977) pp.
299-329.
126. Ampzing, a.w. (noot 50).
127. Gravure, 353x1510, gesigneerd en gedateerd: Wilhelmus Buy-
tenwegius! Inventor! Cornelius Kittensteynius Sculp/Harlem,
6l