A.M. VAN DEN BROEK Een serie Haarlemse stadspoortprenten van de kunstenaar Jan Pannebakker In de 18de eeuw is in Nederland de topografische teken en prentkunst als zelfstandig genre tot grote bloei geko men. Deze ontwikkeling was al in de 17de eeuw in gang gezet en had onder andere te maken met de verhoogde belangstelling voor de historie en het uiterlijk van eigen land. Menig kunstenaar die zich aanvankelijk op andere terreinen van de kunst bezighield, zoals het tekenen en etsen van portretten, het ontwerpen van boekillustraties en kamerbehangsels, vond op den duur in het topo grafisch tekenen en etsen zijn hoofdbezigheid. De potentiële afnemers van topografische tekeningen en prenten moesten vooral onder de uitgevers en de gegoe de burgerij uit de grote Elollandse steden worden ge zocht. In de statige huizen van de laatstgenoemden trof men vaak kunstkabinetten aan die niet alleen exotische voorwerpen of curieuze zaken bevatten, maar daarnaast vrijwel altijd een verzameling topografische tekeningen en prenten. Deze papierkunst werd in portefeuilles of kunstboeken in een door de verzamelaar gekozen or dening bewaard. Een dergelijke verzameling werd een 'historisch-topografische atlas' of kortweg 'atlas' ge noemd naar de mythologische reus die de wereld op zijn schouders torst. Elet bijeenbrengen van atlassen werd vooral tegen het midden van de 18de eeuw populair en de toenemende vraag naar topografische tekeningen heeft dan ook voor een groot deel het karakter van de tekenkunst uit die tijd bepaald. Een aantal van de toen werkzame topo- grafen zoals Cornelis Pronk (1691-1759), Jan de Beyer (1703-1780) en Abraham de Haen (1707-1748) trokken tijdens zomerse reizen met hun schetsboeken nagenoeg het gehele land door om, al dan niet in opdracht, steden en dorpen of andere plekjes die topografisch interessant waren met uiterste nauwgezetheid te schetsen. In de rust van het atelier werden de schetsen minutieus en natuurgetrouw nagetekend en uitgewerkt; enerzijds als op zichzelf staande kunstwerken voor de collectio- 64

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1990 | | pagina 66