tl neurs, die naargelang de hoogte van het geldbedrag een spaarzaam gestoffeerde en in één kleur gewassen tekening of een uitvoerige en rijk gestoffeerde geaqua relleerde versie op royaal formaat konden bestellen. Anderzijds waren de uitgevers belangrijke opdrachtge vers. Zij zorgden ervoor dat gedetailleerd uitgewerkte tekeningen door een bekwame etser of graveur in prent werd gebracht voor de vele en omvangrijke prentwerken zoals het 'Kabinet van Nederlandsche outheden en gezich ten' uit 1724 (300 prenten door Abraham Rademaker), en- 'Het verheerlijkt Nederland of kabinet van hedendaagsche ko- gezigten', 1745-1774 (ruim 900 prenten door Hendrik ang Spilman) en 'Vaderlandschegezichten der vereenigde gde Nederlanden'1786-1792 (ruim 600 prenten door Jan gen Bulthuis). ere Naast de eerdergenoemde landelijk opererende topo- en grafen, die overigens ook in het Haarlemse bijzonder ties aktief zijn geweest waren er kunstenaars die zich met po- het topografisch tekenen hoofdzakelijk tot één stad of streek beperkten. 1 en In Haarlem waren dat onder andere Cornelis van Noor- oe- de (1731-1795), Hendrik Spilman (1721-1784), Hendrik ge- Keun (1738-1787) en Hendrik Tavenier (1734-1807). :rof De beide eerstgenoemde kunstenaars waren naast be etle kwame tekenaars ook vaardige etsers die in opdracht last van uitgever Jan Bosch te Haarlem tussen 1760 en 1763 gen hebben samengewerkt voor het prentwerk 'Aangename of gezichten in de vermakelijke landsdouwen van Haarlem' or- (66 prenten). Al met al hebben de i8de-eeuwse topo- ;en grafen, waarvan het overgrote deel in 1800 niet meer in ge- leven was, ons zulk een enorme produktie aan tekenin- ujn gen en prenten nagelaten, dat zelfs in onze eeuw nog atlassen daaruit konden worden samengesteld, het Tegen het einde van de eeuw stokte de toevloed van de ide echte i8de-eeuwse topografische kunst vrij drastisch. Dit )or had ondermeer te maken met het feit dat kunstenaars die die in de periode 1780-1810 tot ontwikkeling kwamen po- zich bij het weergeven van hun landschappen lieten in- yer spireren door hun i7de-eeuwse voorgangers als Jacob :en van Ruisdael, Meindert Hobbema en Aelbert Cuyp. ieg Naast de vele fantasielandschappen werden ook wel to- len pografisch te lokaliseren gezichten in de beboste duin- ant streek of het lommerrijke platteland rond Haarlem door kunstenaars als Franciscus Andreas Milatz (1764-1808), jus Hermanus van Brussel (1763-1815), Carel Lodewijk jds Hansen (1765-1840) en Vincent van der Vinne (1736- io- 1811) vervaardigd en wel in de schetsmatige tekentrant van bovengenoemde I7de-eeuwse meesters. 65

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1990 | | pagina 67