leven gemaakt) en rechts de monogrammen W. (alraad)
N.(ieuwhoff) sculp, (heeft geëtst).
Waarschijnlijk is op verzoek van Pannebakker de tweede
groep van vier etsen door Nieuwhoff in de zogenoemde
aquatint techniek uitgevoerd. Het betreffen afbeeldin
gen van de Grote HoutpoortI3) (afb. 5), de Kleine
Houtpoort I4) (afb. 6), de Schalkwijkerpoort IS) (afb. 7)
en de Amsterdamsepoort l6) (afb. 8). Dit soort etsen
vertoont op het oog veel overeenkomst met de eerder
vervaardigde prenttekeningen. Werden bij de prentteke-
ningen echter de grijs gewassen partijen, de onderschrif
ten en de signaturen met pen en penseel aangebracht,
bij de etsen in de aquatint techniek werden de grijstonen,
de onderschriften en signaturen door Nieuwhoff direkt
in de koperplaat geëtst. Voor Pannebakker had deze
techniek plezierige kanten want zonder verdere bewer
king waren deze aquatinten direct voor de verkoop ge
schikt.
Op de twee eerstgenoemde aquatinten etste Nieuwhoff
zijn monogram W.N. sculp, rechts onder de afbeeldingen
en wel in hetzelfde lettertype dat Pannebakker bij de
prenttekeningen gebruikte. Bij de beide laatstgenoemde
aquatinten doet zich echter het merkwaardige feit voor
dat er pogingen zijn gedaan om Nieuwhoffs signaturen
onder de afbeeldingen te verwijderen.
Een vergelijking met meerdere exemplaren van de prent
van de Schalkwijkerpoort leert dat de nog aanwezige
resten van de signaturen nauwkeurig met elkaar over
eenkomen, hetgeen betekent dat Nieuwhoffs naam niet
van de afdrukken maar van de etsplaat is verwijderd.
Een identieke situatie doet zich voor bij de aquatinten
van de Amsterdamsepoort. Ook daarbij zijn de signatu
ren op minieme resten na volledig uitgewist. Bij de
bestudering van de naamfragmenten op deze beide aqua
tinten kon met de nodige moeite uiteindelijk de volledige
signatuur 'W. Nieuwhoff sculp.worden ontcijferd.
Waarschijnlijk zal Pannebakker (die als de risico dragen
de ondernemer van dit projekt moet worden gezien) met
Nieuwhoffs handelwijze niet ingenomen zijn geweest,
want door de omzetting van het monogram W. N. naar
de volledige naam werd de eenheid binnen de reeks
verstoord. Dat Pannebakker belang hechtte aan die een
heid bewijzen vier nog nader te noemen Haarlemse
poorten die door Pannebakker met opzet in een zodani
ge stijl waren getekend en bewerkt dat ze in Nieuwhoffs
geëtste serie konden worden ingepast. Om de illusie nog