gaan, want even na derzelver opbouw, hoe hecht en sterk ook, was er al een gebrek aan, zoo dat de passage gestremd was. Zie! daar stond ik voor het vermaard Paveljoen, met smaak te dier plaatse opgebouwd. Een maal was hetzelve de eigendom van den Heer Hope, later die van Louis Napoleon, en nu van onzen geliefden Monarch, maar, wij herkenden de trotsche laan niet, x welke van daar het fraaiste gezigtspunt, tot aan het einde van het Hout, opleverde. Neen, men heeft dezelve in eene kronkel-laan herschapen, die onzes inziens het vroeger fraai geheel vernietigd heeft. Onze wandeling strekte zich verder uit, en ras ontwaarden wij, dat dit oord opgehou den had, meer het Hout te zijn. Men mag het gerustelijk herdoopen, en het Haarlems Engelsche partij noemen. In de zoogenaamde Spanjaardslaan alleen is geene hout- schending gepleegd. Geheele vakken zijn omver gehakt; aloude patriarchen, met wortel en al, uitgerukt. Wat de hertenkamp aangaat, die het midden aanvult, deze is met veel oordeel daar geplaatst; maar, zoo als gezegd is, het geheel heeft opgehouden het vermaarde Hout te zijn. De gekapte lommer is zoo spoedig niet herkregen; maar de omliggende buitenplaatsen hebben er door ge wonnen, en nieuwe gezigtspunten ontleend. Velen der bewoners van zomerhuisjes zien in een ruimer veld. De herbergen en het voorste deel van het Hout loopen nu meer in het oog, en wat wil men meer. De daargezetene gasten kunnen zich naar welgevallen in kronkelende paadjes begeven; maar zich niet baden in de beek, welke een deel der hertenkamp omgeeft. 'Foei! welk eene ge dachte; daar is ook te veel hout voor gekapt,hoorde ik eene jonge dame, welke daar wandelde, haren vriend n[n toevoegen. Intusschen lokt deze nieuwe aanleg weder ve- ,en len naar Haarlems lustoorden, waar binnen, gedurende de laatste jaren, eerst ter gelegenheid van het Kosters- feest, en daarna bij de groote tentoonstelling der nationale het nijverheid, menig florijntje geoogst is geworden. ,[s- De uitstapjes naar Haarlem zijn zeer gemeenzaam, en, ter jfc gelegenheid der kermis, is het overal kermis, zoo wel bij de gehuwden als ongehuwden. Honi soit qui mal y pense. nrs nig Overveen Ik wandelde langs dat gedeelte der buitensingels, van waar is men nog een deel der aloude wallen dier grijze stad kan dit gadeslaan, en nog in geen nieuw bolwerk herschapen ,m is.-Aan deze zijde der stad ontwaart men nog de zoo om duurzaam, van goed gebakken steen, opgetrokkene wal- eel len, en tusschen dezelve de overblijfselen van sterkten en ,er. torens. Aan gene zijde der stad vindt men geene sporen 79

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1990 | | pagina 81