huizen te noemen, die als het ware in schoonheid met elkander wedijveren, is niet doenlijk. Wij verpoosden een oogenblik voor het oord Bloemenheuvel genaamd; maar, daar wij ruim twee ure op den middag hadden, en nog een goed eind wegs moesten afleggen, ging het voorwaarts naar Bloemendaal, in welks nabijheid Albrechtsberg, in den omtrek van Zandpoort, gelegen is. De bouwmeester van dit huis was Floris de tide. Men noemde het gemeen lijk het huis te Bloemendaal. Dit oord voor alles boeit den wandelaar, die er gewis een deel zijns levens verlangt te slijten. Al filozoferende, bereikten wij een ons aangeduid kron kelend paadje, dat, door het duin, links aan den straatweg was gelegen. Dit was een regt hobbelig pad. Door het dikke zand moest ik heuvel op heuvel af, dwars door onderscheidene zijsporen en kreupelboschjes, ruim een half uur voorwaarts. Plotseling zag ik eene ruïne voor mij. Ik herkende dezelve. Het was die van het huis van Ruïne van Brederode Bredero, welke ik voor een veertiental jaren het laatst in oogenschouw nam. Spoedig was ik aan gene zijde der heining, die dezelve omgaf; en daar stond ik nevens de massa rooden steen, waarom zich het groene tapijt der natuur zoo fraai spreidde. Digt geboomte dekt een deel dier overblijfselen. Aan gene zijde leverde eenige kampen weiland het fraaiste gezigtpunt op. Eene kleine boeren schuur, aan eene, van de groote klomp steen afgeschei dene bemuring gehecht, schenkt eene romantische tint aan de schilderij, die gedurende mijne beschouwing aldaar op het fraaist gestoffeerd was door eenige koebeesten, die zich bij afwisseling in het midden der ruïne lieten zien, verstrekkende een deel der opene keldergaten deze beesten tot verblijf. Het gewelf was nog hecht genoeg, en zonder eenige bekommernis beklom ik de trappen, die tot het bovenste deel van de ruïne geleidde. Een voortreffelijk panorama lag voor mij open, en ongaarne verliet ik het standpunt. Ik vleide mij toen ongestoord, bij het fraaiste weder, een oogenblik in het gras neder, daar de bewaar ders der schuur zich verwijderd hadden; kortom, ik was geheel solitaire. De laatste jaren heeft die ruïne geene de minste verande ring ondergaan. In iyoo was er reeds eene kleine boeren woning, volgens de afteekeningen, aan dit aloud slot verbonden, waarvan onderscheidene afbeeldingen ge maakt zijn. Op eenen kleinen afstand van dezelve zetten wij ons aan den straatweg voor eene herberg, aan de zoogenaamde Jangijsevaart, onder het geboomte neder. Ofschoon er de 81

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1990 | | pagina 83