het Théatre Royaal van Proper, de Troupe Oriehalcien-
de van Gontav, het Théatre Pittoresque van Kannegie-
ter, de acrobatentent van Goudsmit en een klein tentje
voor J. Kaare, die een vertoningswaardig dik kind in
zijn collectie had. De Grote Houtstraat werd ingeruimd
voor de Chambre Obscure van Clucksteyn en liefst zeven
vauxhallen, dat wil zeggen danstenten, waar de Haar
lemmer een versnapering kon kopen en onder begelei
ding van levende muziek een dansje kon maken.
Op de Grote Markt, onder het toeziend oog van Loutje,
mochten Baas en Amelaang hun smaakvol ingerichte
Théatre des Variétés opbouwen. Voor het toneelgezel
schap Hoedt en Bingley werd de schouwburg buiten
de Houtpoort gereserveerd, waar het gezelschap enige
voorstellingen zou geven, onder andere 'De gans met de
pauwenstaart', 'Het geneesmiddel der hoogmoedigheid'
en het blijspel 'De twee vaders of de les der kruidkunde'.
Maar er was nog veel meer te beleven. De kermis geleek
in die tijd nog in velerlei opzichten op een jaarmarkt,
waar het maken van plezier en het doen van zaken
hand in hand gingen. Er werden tijdens de kermisweken
allerlei dingen te koop aangeboden, met name zaken die
om de een of andere reden de aandacht trokken en niet
zo gemakkelijk in Haarlem zelf te koop waren. Zo had P.
Duvergne achter op het Prinsenhof een welgesorteerde
kraam met een keur van nieuwigheden, zoals pendules,
tafels, lakwerk, enz.Mademoiselle Faure de Paris ver
kocht corsetten, terwijl madame Bied d'Amsterdam op
de Grote Markt een keur van smaakvolle stoffen en
robes had uitgestald.
Om een-uit-de-hand-lopen van het kermisgebeuren te
voorkomen hadden Burgemeester en Wethouders tradi
tiegetrouw stringente voorzorgsmaatregelen genomen.
Met uitzondering van de Vauxhallen moesten alle verto
ningen om half één 's nachts afgelopen zijn. Bovendien
was met de militaire commandant van Noord Holland
afgesproken dat een deel van de 509 militairen die in
1840 in de reusachtige kazerne aan de Koudenhorn ge
legerd of bij particulieren ingekwartierd waren, achter
de hand gehouden zou worden om eventuele ongere
geldheden snel te kunnen onderdrukken. Vooral op het
Schouwburgplein en in de Hout werd door de militairen
gepatrouilleerd, omdat in het verleden daar nog al eens
onoorbare dingen waren gebeurd, die voer zouden kun
nen zijn voor hen die de kermis geen goed hart toedroe
gen.
Aan staangeld incasseerde, zoals gezegd, de gemeente