Pacht der haardas en vuilnis 300,— in 1840 150 gulden en 36 cent. Traditiegetrouw behield de stad dit geld niet zelf, maar verdeelde het onder enkele liefdadigheidsinstellingen ten gunste van de ar men. Haarlem bezat in 1840 nog geen gemeentelijke rei nigingsdienst. Het schoonhouden van de stad, het opha len van het vuil, het verwijderen van menselijke afval stoffen en het reinigen van de stadsgrachten waren uitbe steed aan particulieren. In 1825 had de stad N. Smits uit Gouda bereid gevonden tegen een jaarlijks bedrag van zeshonderd gulden de stadsreiniging op zich te nemen. Smits heeft Haarlem geen goede dienst bewezen. Hij had maar één doel voor ogen; zoveel mogelijk vuilnis, puin en meststoffen ophalen die enige waarde hadden, om deze voor een goede prijs te verkopen. Alles wat hij niet kon gebruiken het hij liggen. Om de exploitatiekos ten te drukken bezuinigde hij zo veel mogelijk op perso neel en materiaal, met als onvermijdelijk gevolg dat de stad binnen de kortste keren sterk vervuild raakte. Toen hij ter verantwoording werd geroepen, verontschuldigde hij zijn gedrag door er op te wijzen dat zeshonderd gulden een schandalig hoog bedrag was en dat hij ge woon geen andere keus had, omdat hij anders er bij zou inschieten. Een en ander was voor Burgemeester en Wethouders aanleiding het contract met Smits op te zeggen. In 1839 sloot de gemeente met J. Smits Hz., een familielid van de vorige pachter, een nieuw contract. Om Smits ter wille te zijn werd afgesproken dat deze slechts driehonderd gulden behoefde te betalen voor de huur van de asschuur op het Harmenjansveld, waar de vuilnisbelt lag. In het contract stond verder dat Smits dagelijks de hoofdstraten moest vegen en het daar ge deponeerde huisvuil en de as moest ophalen in goed gesloten karren. De minder belangrijke straten en stegen hoefde hij maar om de drie dagen te bezoeken. Verder diende hij er voor te zorgen dat tijdens marktdagen op de markt altijd een kar gereed stond, waarin de groente en visverkopers hun afval konden deponeren. Boven dien moest hij alle openbare vuilnisbakken, die her en der geplaatst waren, op tijd leeghalen. De gemeente zegde toe bij alle as- en vuilnisbakken van stadswege biljetten te zullen opplakken, waarin verbo den werd asch en vuilnis buiten deze bakken neder te werpen, op een boete van drie gulden, tot des bekeuring waarvan de gekwalificeerden der buurt, de pachter en des zelfs bedienden en de agenten van politie zijn gemag- tigd. 97

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1990 | | pagina 99