zocht waartoe het gebouw van de Nederlandse Handelmaat
schappij aan de Vijzelstraat in Amsterdam nader bekeken
werd48Dit gebouw, naar ontwerp van K.P.C. de Bazel ge
bouwd in 1919-1926, oogstte in die tijd juist vanwege de
grootschaligheid veel kritiek 49). Bij dit gebouw begonnen de
terugwijkende verdiepingen pas 24 meter boven maaiveld en
de totale hoogte bedroeg 33 meter. Het gebouw van Kuijt had
een totale hoogte van 27 meter en de terugwijking vond
plaats op 2i72 meter aan het Verwulft en 23V2 meter aan de
Grote Houtstraat. Het advies van de schoonheidscommissie
luidde dan ook: dat, afgescheiden van de terugvallende bo
venbouwen, beide gebouwen ongeveer even hoog zouden
worden, zoodat het niet als toelaatbaar moest worden be
schouwd om het gebouw van V&D die hoogte te geven; voor
al ook daarom niet, omdat alle afmetingen van straten en ge
bouwen te Haarlem veel bescheidener zijn dan die te
Amsterdam 5°). Het hielp niet en het advies werd gelaten wat
het was, een advies. Alleen werd bereikt dat de terugwijking
zou plaatsvinden vanaf de vierde verdieping in plaats van de
vijfde en dat de overgang naar de belendende bebouwing ge
leidelijker zou worden. Zo ontstond het afwijkende deel aan
de Gierstraat met het buitenissig grote zadeldak. Op 7 maart
1930 werd de bouwvergunning verleend onder vrijstelling
w van de maximale hoogte 5I)- Nergens is terug te vinden wat
J- de argumenten zijn geweest om deze vrijstelling te verlenen.
"d Het winkelpaleis Spoedig na het verlenen van de bouwvergunning kreeg het
Ie ontwerp van Kuijt volop de aandacht in de plaatselijke pers
re en verkreeg het al gauw de benaming 'winkelpaleis'52). In to-
ie taal waren er negen niveaus, zeven verdiepingen boven en
i- twee onder maaiveld. Hoewel door Kuijt in zijn tweede ont
werp het exterieur volledig werd omgewerkt handhaafde hij
!e de begane grondindeling met de passage en de lichthof van
het eerste ontwerp. Een dergelijke passage met vrijstaande
etalagekasten, de 'etalage-gangen', paste Kuijt ongeveer in
dezelfde periode ook toe bij de verbouwing van de v&D-ves-
tiging tussen de Kalverstraat en het Rokin in Amsterdam53).
Waarom ook niet de Paardesteeg in deze opzet is betrokken
en overbouwd werd zal altijd een onbeantwoorde vraag blij
ven. De Paardesteeg had dan als doorgang kunnen blijven be
staan. Achteraf gezien had dat verdwijnen op den duur ver
moedelijk toch wel plaatsgevonden, want zowel de passage
aan de Kalverstraat als die aan het Verwulft zijn kort na de
oorlog bij de verkoopruimte gevoegd.
Het Haarlemse publiek werd in de dagbladen lekker gemaakt
met een toekomstbeeld. Als architect kun je een bouwplan op
129