Asfalteringswerkzaamheden
door de dienst Openbare
Werken. (Fotoalbum Dumont,
afd. bma van Gemeentewerken)
teraad van de vrijzinnig-democraat mr. M. Slingenberg om
een straatbelasting in te voeren, onder meer ter bestrijding
van een belangrijk deel van de kosten, haalde het nietI5).
Naast zijn inzet voor nieuwe bestratingen en de aanleg van
rioleringen probeerde Dumont ook voor de materiële zorg
van de dienst de benodigde financiële middelen los te peute
ren. Zo stemde de gemeenteraad in 1903 in met zijn verzoek
om een bedrag van 1.800,- voor het in kaart brengen van de
stad, en daarnaast met 700- voor de aanschaf van opme-
tingsinstrumenten. In mei 1903 kwam Dumont met een ont-
werp-'verordening op het bouwen en slopen Krachtens de
Woningwet 1901 werd namelijk aan de gemeenten de ver
plichting opgelegd een bouwverordening vast te stellen. In
1905 stelde de gemeenteraad een definitieve bouwverorde
ning vastl6), in 1913 gevolgd door een nieuwe 'Verordening
op het bouwen en nopens behoorlijke bewoning, mede ter uit
voering van de Woningwet'I?).
Alhoewel hij nog maar korte tijd in dienst was ontwierp hij in
1904 reeds een plan van uitbreiding voor Haarlem, waarbij de
omgeving van de stad een belangrijke rol speelde. Hij pleitte
voor een soort streekuitbreidingsplan, wat annexaties impli
ceerde. In de voorafgaande periode was naar zijn mening te
veel naar de afzonderlijke woning gekeken - een logisch ge
volg van het particulier bouwinitiatief van die tijd - terwijl
conform de Woningwet 1901 juist het uitbreidingsplan cen
traal moest staan. Dit was voor Haarlem te meer aan de orde
omdat de ruimte waarover Haarlem beschikte bijna was vol
gebouwd.
Woningwet 1901 en
oprichting Dienst Openbare
Werken
Alvorens verder op Dumonts werkzaamheden in te gaan wil
ik eerst een paar inleidende opmerkingen maken over de rol
van de rijks- en gemeentelijke overheid bij de ontwikkeling
157