doen wat zijn functionele bevoegdheden betrof. Het verschil van zijn opvattingen met de nog heerschende, demonstreerde zich al spoedig, toen hij in een commissievergadering van een der leden te horen kreeg: de Heer Dumont zal zich moe ten veranderen, anders gaat het niet tusschen ons. Zijn re pliek op deze aanval was kort en bondig: 'Niet ik, doch de heeren zullen dan moeten veranderen een uiting van zijn krachtige persoonlijkheid, misschien ook gegrond op zijn ver trouwen in dat hoogste ressort. Zijn capaciteiten, energie, vastheid van karakter en onkreukbaarheid, hebben 't hem mogelijk gemaakt, deze houding te blijven innemen ?8). Uit zijn contacten met het gemeentebestuur en met tegenstanders binnen en buiten zijn eigen dienst bleek dat Dumont een ge zaghebbend persoon was, die zijn dienst met tact en over wicht leidde. Dat hij, in weerwil van alle tegenwerking, en minder fijngevoelige opmerkingen toch geworden is: Een man wiens verdiensten voor Haarlem van onschatbare waar de zijn gebleken, pleit wel voor zijn tact, persoon, karakter en zelfbeheersing, aldus de Oprechte Haarlemsche Courant79). Ook zijn adjunct-directeur bij Openbare Werken, G.W.Ph. Daniels, typeerde Dumont zodanig in een necrologie die in het Jaarboek Haerlem werd gepubliceerd8o). Dumont heeft slechts vijf jaar met vrouw en beide zonen van zijn pensioen mogen genieten. Eind juni 1935 zou hij overlij den. Zijn bescheidenheid heeft wellicht bijgedragen aan het feit dat zijn naam - mijns inziens onterecht - toch enigszins in de schaduw van andere tijdgenoten is gebleven. Een laatste typering van zijn persoon in de Oprechte Haarlemsche Cou rant, waarin melding werd gemaakt van zijn begrafenis mag niet ontbreken: Hij ging steeds recht op zijn doe! af en de per soonlijke eerzucht was hem vreemd 8l). De begrafenis vond plaats op 25 juni 1935 op de Algemeene Begraafplaats aan de Kleverlaan. Een belangrijk Haarlemmer was heengegaan. Conclusie In 1901 kreeg de gemeente Haarlem als gevolg van de in dat jaar tot stand gekomen Woningwet met de instelling van de dienst Openbare Werken ook een directeur, ir. L.C. Dumont, die de oude functie van gemeente-architect diende te vervan gen. Met Dumont kwam een krachtdadig persoon in het 'Haarlemse' terecht, die de instrumenten die de woningwet bood zoveel mogelijk trachtte te benutten om de Haarlem mers aan meer en kwalitatief betere woningen te helpen. In zijn uitbreidingsplannen gaf Dumont de structuur aan van de toekomstige stadsontwikkeling van Haarlem. Hij beschik te daarbij over een duidelijke visie. Bekend was zijn ruimden kendheid inzake bovengemeentelijk overleg omdat Haarlem 178

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1992 | | pagina 178