18. Al vanaf de late middeleeuwen had Haarlem keuren op de rooi
lijnen alsmede reglementen en ordonnantiën. Die taken waren
in handen van rooi- en brandmeesters.
19. Onbewoonbaarverklaren van woningen door de gemeenteraad
geschiedde slechts mondjesmaat. Voor een opgave van de des
betreffende percelen zie de indexen op de gemeenteraadsversla
gen.
20. Voor het besluit tot oprichting van een Gemeentelijk Grondbe
drijf, zie: Verslagen van den Gemeenteraad te Haarlem 1919,
22 okt., no. 8a, p. 956 e.v. Voor de verordening betreffende het
Gemeentelijk Grondbedrijf, zie ibidem, p. 959 e.v.
21. Voor de algemene voorwaarden voor de uitgifte van erfpacht
van aan de gemeente toebehorende gronden, zie: Verslagen van
den Gemeenteraad te Haarlem 1919, 22 okt., pp. 969-981; en
die voor de voortdurende erfpacht: ibidem, 22 okt., pp. 981-
984.
22. Verslagen van den Gemeenteraad te Haarlem 1920, 14 jan., no.
33' P- 3°- En voor het bericht van aanvaarding van zijn benoe
ming, ibidem, 11 febr., no. 2, lid 3, p. 103. Zie Archief van
Openbare Werken, inv.nr. 770, 1929, no. 263.
23. Voor het besluit tot oprichting van een Gemeentelijk Woning
bedrijf, zie: Verslagen van den Gemeenteraad te Haarlem 1919,
22 okt., no. 97, pp. 961-964. Voor de verordening, ibidem,
22 okt., pp. 964-966.
24. Een verzoekschrift van zijn zoon ir. J. Leijh om een belangrijke
straat, plein of gracht naar zijn overleden vader te noemen,
haalde het niet. Notulen van het Verhandelde in de vergaderin
gen van den Raad der gemeente Haarlem 1930, 3 sept., no. 2,
lid 7, p. 647.
25. Gemeentearchitect Jacq. Leijh heeft niet veel invloed gehad op
het algemene bouwbeleid in de stad. Toch is er het nodige aan
uitbreidingsplannen en woningbouw gedaan, want het aantal
inwoners nam gedurende zijn ambtsperiode toe van ongeveer
37.000 tot 65.000.
26. Voorstel van b w en besluit tot vaststelling van de instructie
voor de aan te stellen directeur van Openbare Werken, zie: Ver
slagen van het Verhandelde in de zittingen van den Raad der
Gemeente Haarlem 1902, 25 juni, no. 19, pp. 412-416. In 1909
werd de instructie gewijzigd, zie ibidem, 20 okt., no. 21, p. 865.
27. Zie ook: Verordening, regelende den rang, het getal en de be
zoldiging der ambtenaren bij den dienst der Openbare Werken,
in: Verslagen van het Verhandelde in de zittingen van den Raad
der Gemeente Haarlem 1910, 19 jan., no. 11, pp. 17-19. Voor
wijzigingen zie ibidem 1912, 17 april, no. 12, p. 288; en ibidem
1914, 7 jan., no. 13, pp. 28-29.
28. Naar de organisatie en geschiedenis van de dienst Openbare
Werken is nog geen serieus onderzoek gedaan. De auteur is be
zig met een eerste aanzet hiertoe.
29. Verslagen van den Gemeenteraad te Haarlem 1919, 17 dec., no.
36, p. 1302.