no. 2a, lid I, p. 507. Voor verplaatsing van de bank, zie ibidem 1927, 27 april, no. 29, pp. 293-294. J.J. Temminck, Haarlem door de eeuwen heen, (Haarlem, 1982), p. 127. Zie voor dergelijke informatie en de betekenis van de sdap ook: F.A.M. Messing, Werken en leven in Haar lem (1850-1900); een sociaal-economische geschiedenis van de stad (Amsterdam, 1972). Marius Antoon Reinalda, geboren op 28 juni 1888 in Haarlem, zou overigens een indrukwekkende carrière opbouwen. Na acht jaar lidmaatschap van de gemeenteraad werd hij in 1923 de eer ste SDAP-wethouder van Haarlem, een functie die hij vijf jaar vervulde. In september 1928 nam Reinalda i.v.m. zijn verander de particuliere werkzaamheden ontslag als wethouder. In zijn plaats werd in de raadsvergadering van 12 september 1928 tot wethouder gekozen mr. J. Gerritz. In 1935 zou Reinalda ter vervanging van deze Gerritz weer tot tijdelijk wethouder wor den benoemd, gevolgd door een definitieve benoeming in 1926 naar aanleiding van het overlijden van wethouder Gerritz en een herbenoeming in 1939. Hij combineerde nu deze functie met het lidmaatschap van de Eerste Kamer. In het kader van dit artikel is het voorts interessant om te weten dat Reinalda in 1928 lid werd van de Commissie voor de Ha venplannen. Direct na de oorlog werd hij de eerste socialis tische burgemeester van Haarlem, aanvankelijk als waarnemer. Reeds in 1947 vertrok Reinalda uit Haarlem om Commissaris der Koningin van Utrecht te worden. Hij sloot zijn loopbaan af als lid van de Hoge Raad. Op 4 juli 1965 overleed hij in Den Haag. Zie voor meer informatie over Reinalda: W.H. Vliegen, Die onze kracht ontwaken deed; geschiedenis der Sociaaldemocra tische Arbeiderspartij in Nederland gedurende de eerste 25 ja ren van haar bestaan. Vervolg op: De dageraad der volksbe vrijding. Derde deel: de jaren 1914-1919 (Amsterdam, 1938) pp. 516-519. Voor het besluit tot toelating van M.A. Reinalda als lid van de gemeenteraad, zie: Verslagen van den Gemeente raad te Haarlem 1917, 16 mei, no. 8, p. 248. Voor zijn beëdi ging en installatie, zie ibidem, 6 juni, no. I, p. 280. Voor besluit tot benoeming tot tijdelijk wethouder, zie ibidem 1923, 11 juli, no. 42, p. 478; en tot wethouder, ibidem, 25 juli, no. 3, p. 480. Voor ontslagname als wethouder, zie ibidem 1928, 12 sept., no. 23, p. 1060. Voor zijn benoeming tot tijdelijk wethouder ter vervanging van Gerritz in 1935, zie ibidem 1935, 27 nov., no. I, p. 473; en tijdelijke benoeming n.a.v. het overlijden van Gerritz, zie ibidem 1936, 15 jan., no. 1, p. 109; en definitieve benoeming, zie ibidem 1936, 12 febr., no. 3, p. 1471 en wethou dersbenoeming in 1939, zie ibidem 1939, 5 sept., no. 2, p. 488. Voor aanvaarden lidmaatschap van de Commissie voor de Ha venplannen, zie ibidem 1928, 26 sept., no. 2, lid 3b, p. 1066. 1. Dumonts toenmalige adjunct-directeur bij Openbare Werken, G.W.Ph. Daniels heeft in het Jaarboek Haerlem van 1935 een 187

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1992 | | pagina 187