'in memoriam-artikelgepubliceerd. Zie: G.W.Ph. Daniels, 'Ir.
Lucas Christiaan Dumont, b.i. (7 December 1865 - 22 Juni
!935)'. in: Jaarboek Haerlem 1935, pp. 17-23. Overigens is
deze necrologie weinig informatief.
72. Oprechte Haarlemsche Courant24 juni 1935, p. 3.
73. Oprechte Haarlemsche Courant24 juni 1935, p. 3.
74. Zie Oprechte Haarlemsche Courant, 1 november 1927, p. 2:
'De huldiging van den heer ir. L.C. Dumont'. De burgemeester
van Haarlem, C. Maarschalk, reikte Dumont een gouden pla
quette uit, met opdracht. Zijn adjunct-directeur van Openbare
Werken, ir. C.W.Ph. Daniels, bood als blijk van waardering van
de ambtenaren een herinneringsboek aan, dat een overzicht gaf
van zijn Haarlemse ambtsperiode.
75. Zie Oprechte Haarlemsche Courant, 31 januari 1930; en Notu
len van het Verhandelde in de vergaderingen van den Raad der
gemeente Haarlem 1929, 11 dec., no. 7, p. 1339. Inwilliging
verzoek van Dumont om hem met ingang van 1 februari 1930
eervol ontslag te verlenen uit zijn betrekkingen van directeur
van Openbare Werken en directeur van het Gemeentelijk
Grondbedrijf onder dankbetuiging voor de langdurige, getrou
we en gewichtige diensten aan de gemeente bewezen,
76. Daarmee gevende een blijk van belangstelling der Regeering in
de wijze, waarop Haarlem uiting geeft aan zijn eerbied voor
wat de tijden hebben gelaten, en waardering van de voortreffe
lijke uitvoering van het werk onder leiding van Haarlems Di
recteur van Openbare Werken. Zie Verslagen van het Verhan
delde in de zittingen van den Raad der Gemeente Haarlem
1913, 28 mei, no. 5, p. 461.
77. Zie Oprechte Haarlemsche Courant, 5 november 1927, p. 9.
78. Daniels, 'Dumont', p. 19.
79. Zie Oprechte Haarlemsche Courant van 24 juni 1935.
80. Daniels, 'Dumont', p. 19.
81. Oprechte Haarlemsche Courant, 25 juni 1935, p. 3.
82. Oprechte Haarlemsche Courant, 19 oktober 1927, p. 1; en
idem. 24 juni 1935, p. 3.
83. Zie voor een bespreking van de hbs aan de Raaks/Zijlvest: L.C.
Dumont, 'Gemeentelijk schoolgebouw te Haarlem', in: De
Bouwwereld, jrg. 14, nr. 7 (17 febr. 1915), p. 53 (met afbeel
ding).
188