het 'weeshuis van den Blok'. De (doopsgezinde) Vlaamse
Gemeente in den Blok, waartoe Nicolaas Billaerts en Tanne-
ken van Pilcken, stichters van het weeshuis, behoorden, is in
dit opzicht naamgeefster. Toen het weeshuis in 1874 verhuis
de naar de nieuwbouw aan de Kleine Houtweg werd het pand
kort verhuurd en in 1875 door Kleyweg Dyserinck gekocht.
Hij verbouwde het tot woningen. Begrijpelijk dat men toen
ook de gevelsteen met de tekst Die de Weesen spijst, spijst de
Heer 1634 meenam en in - de achtergevel van - de nieuw
bouw plaatste.
Een betrekkelijk normale ontwikkeling in stedelijke gebie
den, voordat de regulering met bestemmingsplannen die te
genhield of tenminste remde, was dat vanuit woonkamers aan
de straatzijde ook nering gedreven ging worden. Zo ontstond
in dit pand door schaalvergroting in de handel, mogelijk ge
maakt door de omvang van het pand, een winkel met boven
woning.
In juni 1987 hebben de eigenaren van het perceel de heer Y.
Braaksma (architect) verzocht een plan te ontwikkelen voor
de restauratie van het pand. Na vooroverleg met de diverse
gemeentelijke instanties diende de architect medio 1990 een
vergunningsaanvraag in om het pand te wijzigen van een
winkel met bovenwoning tot een winkel met daarboven een
atelierruimte en drie appartementen. Na de positieve adviezen
van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (rdmz) en de
Monumentencommissie van Haarlem werd in november
1991 de vergunning ingevolge de Monumentenwet 1988 ver
leend.
Vervolgens onderzocht de architect de financiële haalbaar
heid van het plan. Na enige bezuinigingsronden bleek het
plan haalbaar en werd met een aantal aannemers een aanbe
steding gehouden. Hieruit kwam voort dat de fa. Woudenberg
uit Ameide de restauratie zou gaan uitvoeren. Na de toetsing
van de begroting door de afdeling monumentenzorg werden
de diverse subsidies aangevraagd. Eind 1991 waren de navol
gende beschikkingen afgegeven: restauratiesubsidie van het
rijk (brrm) door de rdmz, eigenaar-verhuurderssubsidie
(vhw '87) door de dienst volkshuisvesting van de gemeente
Haarlem en gemeentelijke restauratiesubsidie (gssv 3) door
de monumentenzorg.
De eigenaren wilden graag gebruik maken van de mogelijk
heid die de gemeente Haarlem sinds 1987 samen met het Na
tionaal Restauratiefonds (nrf) biedt van een totaalfinancie
ring. Deze financiering gaat uit van lening van de totale
bouwkosten van de restauratie, waar de nog te ontvangen
subsidies in zijn verwerkt. Na ondertekening van de akte be-